Les 1.5 - les 3F

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Afronding van deze les 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Afronding van deze les 

Slide 1 - Diapositive

Toegevoegde waarde: waarde wat een bedrijf toevoegt aan een product.  

Slide 2 - Diapositive

Samengevat 
  • Afzet: aantal producten dat je hebt verkocht 
  • Omzet (totale opbrengsten): afzet x verkoopprijs 
  • Verkoopprijs: prijs die de klant moet betalen zonder btw. 
  • Consumentenprijs: prijs die de klant moet betalen met btw. 
  • Inkoopwaarde omzet: prijs waarvoor het bedrijf de producten die zij verkoopt heeft ingekocht. 
  • Overige kosten: alle kosten m.u.v. inkoop, zoals loon en afschrijving. 
  • Totale kosten: inkoopwaarde omzet + overige kosten
  • Winst: totale opbrengsten - totale kosten oftewel: TW=TO-TK 

Slide 3 - Diapositive

Waarom willen bedrijven
winst maken?

Slide 4 - Question ouverte

Pak de winstopdracht erbij. 

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel winst maakt een bedrijf? 
Als je wilt weten hoeveel winst een bedrijf maakt dan moet je dit in stappen berekenen. 
Stap 1: Bereken de omzet, dit noemen we ook wel totale opbrengsten. Vermenigvuldig de afzet x verkoopprijs 
Afzet = aantal producten
Let op! De verkoopprijs is zonder (exclusief) btw. De consumentenprijs is de verkoopprijs met (inclusief) btw. 

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel winst maakt een bedrijf? 
Stap 2: Bereken de totale kosten van het bedrijf. 
Inkoopwaarde van de omzet + overige kosten




Slide 7 - Diapositive

Hoeveel winst maakt een bedrijf? 
Stap 3: Bereken de winst of het verlies. 
Totale opbrengsten (omzet) - totale kosten = resultaat. 




De btw telt nooit mee bij de winst of het verlies van een onderneming. Dit geld gaat naar de belastingdienst. 

Slide 8 - Diapositive

Samengevat 
  • Afzet: aantal producten dat je hebt verkocht 
  • Omzet (totale opbrengsten): afzet x verkoopprijs 
  • Verkoopprijs: prijs die de klant moet betalen zonder btw. 
  • Consumentenprijs: prijs die de klant moet betalen met btw. 
  • Inkoopwaarde omzet: prijs waarvoor het bedrijf de producten die zij verkoopt heeft ingekocht. 
  • Overige kosten: alle kosten m.u.v. inkoop, zoals loon en afschrijving. 
  • Totale kosten: inkoopwaarde omzet + overige kosten
  • Winst: totale opbrengsten - totale kosten oftewel: TW=TO-TK 

Slide 9 - Diapositive

Ga naar its learning 
Meld je aan voor online economie.

Slide 10 - Diapositive

Doelen van deze les 
  • Je rond vandaag of uiterlijk de volgende les de opdrachten af die verplicht zijn. Dit is noodzakelijk om deel te nemen aan de lessen. 
  • Je kunt werken aan de praktische opdracht: deadline vrijdag 16:00 uur. 
  • Wil je graag herkansen?
    Maak dan alle opdrachten van H1.1 t/m H1.4.
  • Wil je graag herkansen, zonder alle opdrachten te maken? 
    Maak dan een eigen samenvatting of een selectie van wat rekenopdrachten (overleg met mij) of overleg een alternatief. 
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive