Grootheden en eenheden N2 §2.5

Vandaag in de les:
- Tijd omrekenen
-Rekenen met tijd
- Rekenen met snelheid
Tijd en snelheid toepassen



1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vandaag in de les:
- Tijd omrekenen
-Rekenen met tijd
- Rekenen met snelheid
Tijd en snelheid toepassen



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
365
B
356
C
355
D
367

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 eeuw is 100.....
A
maanden
B
dagen
C
jaren
D
kwartalen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 kwartaal is 13 weken of 3 ........
A
jaar
B
maanden
C
dagen
D
weken

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0,8 uur is hetzelfde als ... minuten
A
48
B
40
C
80
D
30

Slide 8 - Quiz

0,8 x 60 = 48
4,5 uur is ... minuten
A
270
B
250
C
450
D
290

Slide 9 - Quiz

4 x 60 = 240 = 30 = 270
Rekenen met tijd
Bij rekenen met tijd moet je goed opletten.

2,45 uren is niet 2 uren en 45 min.
2,45 uren is 2 uren en 0,45 x 60 min = 2 uren en 27 min.

Zo is 3,6 jaren: 3 jaren en 0,6 x 365 = 3 jaren en 219 dagen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

https://youtu.be/EomajajWxVo
Aan de slag
Maken: §2.5 TIJD

Denk aan de TEST JEZELF!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions