Hoofdstuk 1.4 & 1.5: Inkoopwaarde van de omzet & winstberekening

• Verkoopcijfers
• MBO
• Studiejaar 1

Wat vooraf ging...

• Handel
• Afzet
• Omzet 
• Brutowinst

Bespreken van de antwoorden van vorige week.

De Doelen voor vandaag:

- Verschil tussen Inkoopwaarde van de omzet & inkopen

- IWO op verschillende manieren uit kunnen rekenen. 

- Het netto resultaat berekenen

Stof voor vandaag:

• 1.4: Inkoopwaarde omzet (IWO) 
• 1.5: Winstberekening

De Inkoopwaarde van de omzet

Deze wordt altijd afgekort met IWO. 

De IWO is niet hetzelfde als wat je ingekocht hebt. Immers: 

je verkoopt nooit precies datgenen wat je gekocht hebt. Soms verkoop je meer, soms minder. Dit verschil heeft gevolgen voor de voorraad!  

De Inkoopwaarde van de omzet

De IWO kun je als volgt omschrijven:

De inkoopwaarde van alle goederen die 

daadwerkelijk verkocht zijn. 

De Inkoopwaarde van de omzet

Hoe kun je het berekenen?

IWO = Afzet x inkoopprijs per product

óf

IWO = omzet : inkoopprijs per product

óf

IWO = omzet - brutowinst

Maar...... Je kunt de IWO ook berekenen aan de hand van de voorraadniveau's en de inkopen:

Beginvoorraad

Inkopen                              +

Beschikbare voorraad

Eindvoorraad                   -

Inkoopwaarde omzet

De winstberekening

We weten ondertussen dat de brutowinst en de nettowinst niet het zelfde zijn! 

Uit de brutowinst moet de ondernemer nog de overige kosten, naast de inkoopkosten, betalen. 

Dus:

Brutowinst - exploitatiekosten = NETTOWINST

Let op: Dit kan dus ook een negatief getal zijn, dus verlies!! 

De winstberekening

Nu in een schema:

Omzet

Inkoopwaarde van de omzet   -

Brutowinst

exploitatiekosten                          -

Nettowinst

Wat zijn de exploitatiekosten?

- Huur / hypotheek

- Personeelskosten

- Vervoerskosten

- Verzekeringen

- Voorraadkosten (niet de inkoop!) 

- Energiekosten

- Reclamekosten

- Enzovoort

Nu jullie zelf! 

Maak de opgaven 23 t/m 37 van de hoofdstukken 1.4 & 1.5

Alles wat nu niet af komt is het huiswerk!!!