HAVO 3 bijvoeglijk naamwoord + kleuren (les H3C- vr 13 okt)

Bijvoeglijk naamwoord + kleuren
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bijvoeglijk naamwoord + kleuren

Slide 1 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een persoon. Bijvoorbeeld: 
Het grote huis - la grande maison
Het felle licht - la lumière vive
In het Frans moet je hierbij op 2 dingen letten.
1. de vorm
2. de plek in de zin

Slide 2 - Diapositive

De vorm
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  Het heeft te maken met of het woord mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is.
-
Mannelijk zelfstandig naamwoord
Vrouwelijk zelfstandig naamwoord
enkelvoud
Le grand jardin
La grande maison
meervoud
Les grands jardins
Les grandes maisons

Slide 3 - Diapositive

De vorm
Let op!
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een e, dan komt er bij de vrouwelijke vorm niet nog een extra e bij. Bijvoorbeeld:
- Le jeune garçon
La jeune fille.

Slide 4 - Diapositive

De kleuren veranderen ook!
Rouge - Rouge - Rouges
Orange - Orange - Oranges
Vert - Verte - Verts - Vertes
Noir - Noire- Noirs - Noires
Jaune - Jaune - Jaunes
Violet - Violette - Violets - Violettes
Blanc - Blanche - Blancs - Blanches
Bleu - Bleue- Bleus - Bleues
Gris - Grise - Gris - Grises
Brun - Brune - Bruns - Brunes
Rose - Rose - Roses

Slide 5 - Diapositive

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord
vertaling: de kleine jongen
A
Le petit garçon
B
Le petite garçon
C
Le petits garçon
D
Le petites garçon

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
Vertaling: de onbekende actrice.
A
L'actrice inconnu
B
L'actrice inconnue
C
L'actrice inconnus
D
l'actrice inconnues

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord.
Vertaling: de slanke meisjes
A
Les filles maigre
B
Les filles maigree
C
Les filles maigres
D
Les filles maigrees

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vertaling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in. Je hoeft alleen maar het bijvoeglijk naamwoord te typen.
Les (grote) groupes (groupe = mannelijk)

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in. Je hoeft alleen maar het bijvoeglijk naamwoord te typen.
La chaise (dure)

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in. Je hoeft alleen maar het bijvoeglijk naamwoord te typen.
Les (oude) batîments (batîment = mannelijk)

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in. Je hoeft alleen maar het bijvoeglijk naamwoord te typen.
La (mooie) peinture.

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste vertaling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in. Je hoeft alleen maar het bijvoeglijk naamwoord te typen.
Les (lange) rues. (rue = vrouwelijk)

Slide 13 - Question ouverte

De plek in de zin
Optie 1: direct achter het zelfstandige naamwoord.
Normaal gesproken staat het bijvoeglijk naamwoord in het Frans direct achter het zelfstandige naamwoord:
Le garçon maigre - de slanke jongen
Le lit bleu - Het blauwe bed

Optie 2: direct voor het zelfstandige naamwoord.
De volgende bijvoeglijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord te staan:
- jeune, joli, beau, grand, long, nouveau, vieux, petit, gros, bon, mauvais, haut
Voorbeeld: 
La longue rue - de lange weg

Slide 14 - Diapositive

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Typ de hele zin.
Le garçon
Voeg toe: beau

Slide 15 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin.
Le journal
Voeg toe: nouveau

Slide 16 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin.
Les employeurs
Voeg toe: forts

Slide 17 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin. Vertaal nu ook het bijvoeglijk naamwoord.
La femme
Voeg toe: dik

Slide 18 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin. Vertaal nu ook het bijvoeglijk naamwoord.
L'ordinateur (=mannelijk)
Voeg toe: duur

Slide 19 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin. Vertaal nu ook het bijvoeglijk naamwoord.
La prof
Voeg toe: lief

Slide 20 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin. Vertaal nu ook het bijvoeglijk naamwoord.
Les portes (porte = vrouwelijk)
Voeg toe: slecht

Slide 21 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin. Vertaal nu ook het bijvoeglijk naamwoord.
Les enfants (enfant - mannelijk)
Voeg toe: klein

Slide 22 - Question ouverte

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin. Vertaal nu ook het bijvoeglijk naamwoord.
La ceinture
Voeg toe: oranje

Slide 23 - Question ouverte