Ultimate PUB Quiz bewegingsleer 2021

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
sport en bewegenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

uithoudingsvermogen kun je tot op hoge leeftijd goed trainen/in stand houden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

alle cluks zijn belangrijk bij het kunnen bewegen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een engelse mijl is 1,3 kilometer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Het romeinse cijfer M is 1000
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Bloed drijft op water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

kracht is een onderdeel van de cluks
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

de trainingswetmatigheden bestaan uit 3 aspecten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

De wet van de verminderde meeropbrengst zegt dat je steeds iets minder hoeft te trainen voor hetzelfde effect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Belasting is dat wat je aankunt (is per persoon verschillend)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De wet van de specificiteit gaat over bijvoorbeeld het trainen van techniek bij voetbal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

supercompensatie is de 'overkoepelende' wetmatigheid van alle trainingswetmatigheden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

prestatieverbetering ontstaat door de juiste balans tussen training en herstel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De K in CLUKS staat voor
A
krachttraining
B
krachtvoer
C
koolhydraten
D
kracht

Slide 14 - Quiz

Geen onderdeel van de CLUKS is
A
lenigheid
B
compensatie
C
coördinatie
D
kracht

Slide 15 - Quiz

Geen onderdeel van de CLUKS is
A
lenigheid
B
compensatie
C
coördinatie
D
kracht

Slide 16 - Quiz

welke van de volgende termen is geen trainingswetmatigheid
A
overload
B
overtraining
C
duurzaamheid
D
omkeerbaarheid

Slide 17 - Quiz

dat iedereen een andere training nodig heeft gaat over de trainingswetmatigheid
A
duurzaamheid
B
specificiteit
C
overload
D
individualiteit

Slide 18 - Quiz

na herstel overcompenseert het lichaam; dit noemen we
A
supercompensatie
B
overload
C
overcompensatie
D
duurzaamheid

Slide 19 - Quiz

Steeds een iets zwaardere trainingsprikkel nodig hebben om prestaties te verbeteren noemen we
A
overprikkeling
B
overcompensatie
C
overtraining
D
overload

Slide 20 - Quiz

omkeerbaarheid betekent dat:
A
je steeds harder moet trainen
B
het trainingseffect blijft, ook als je stopt met trainen
C
je steeds minder hoeft te trainen om effect te krijgen
D
het trainingseffect verdwijnt als je stopt met trainen

Slide 21 - Quiz

je verbetert alleen datgene dat je traint;
dit gaat over?
A
duurzaamheid
B
uithoudingsvermogen
C
specificiteit
D
belastbaarheid

Slide 22 - Quiz

het plaatje hiernaast toont
A
overload
B
uithoudingsvermogen
C
supercompensatie
D
specificiteit

Slide 23 - Quiz

Wat kun je met een bewegingsanalyse onderzoeken? (kies er 2)
A
hoe je blessures kunt genezen
B
hoe je blessures kunt voorkomen met een juiste houding
C
hoe je beter kunt presteren door betere voeding
D
hoe je prestaties kunt verbeteren met een verbeterde houding

Slide 24 - Quiz

Sport
8 vragen

Slide 25 - Diapositive

Hoeveel spelers staan er totaal op het veld bij basketbal?
A
5
B
8
C
10
D
11

Slide 26 - Quiz

Sleep de juiste afbeelding bij de juiste sport.
Hardlopen
Turnen
Hockey

Handbal

zaalvoetbal
Voetbal

Slide 27 - Question de remorquage

In welke stad brandde het olympisch vuur voor het eerst?
A
Athene
B
Rome
C
Amsterdam
D
Berlijn

Slide 28 - Quiz

Voor welk team rijdt Max verstappen
A
renault
B
red bull
C
ferrari
D
mercedes

Slide 29 - Quiz

EINDE

Slide 30 - Diapositive