Bijvoeglijk naamwoord 2

Voeg het bijv. nmw. toe:
(grand) la voiture
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Voeg het bijv. nmw. toe:
(grand) la voiture

Slide 1 - Question ouverte

Voeg het bijv. nmw. toe:
(gris) le livre

Slide 2 - Question ouverte

Voeg het bijv. nmw. toe:
(nouveau) la recette

Slide 3 - Question ouverte

Voeg het bijv. nmw. toe:
(bleu) le drapeau

Slide 4 - Question ouverte

Voeg het bijv. nmw. toe:
(néerlandais) la fille

Slide 5 - Question ouverte

Voeg het bijv. nmw. toe:
(gros) un chien

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal
de grote tuin

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
een kleine jongen

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
de oude talen

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal:
het brede strand

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal:
het hoge cijfer

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal:
een mooie jurk

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal:
het knappe meisje

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:
de lekkere kazen

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal:
het slechte bericht

Slide 15 - Question ouverte