Diagnostische toets Regeling klas 3

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Juist
B
Onjuist
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

Je gehoorzenuw behoort tot het centrale zenuwstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Het zenuwstelsel kan de werking van klieren regelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

P geeft een uitloper aan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Via deel Q kunnen impulsen worden geleid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar je zweetklieren?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Alle 3

Slide 7 - Quiz

Van welke zenuwcellen liggen de cellichamen buiten het centrale zenuwstelsel
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Alle 3

Slide 8 - Quiz

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Alle 3

Slide 9 - Quiz

Welke zenuwcellen hebben 1 lange uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleidt?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Alle 3

Slide 10 - Quiz

Welke zenuwcellen komen voor in het hoofd van een mens?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Alle 3

Slide 11 - Quiz

Met welke letter is het beenweefsel aangegeven?
A
A
B
P
C
Q

Slide 12 - Quiz

Geeft A de buikzijde of de rugzijde aan?
A
Buikzijde
B
Rugzijde

Slide 13 - Quiz

Welk nummer geeft de witte stof aan van het ruggenmerg?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 4
D
Nummer 6

Slide 14 - Quiz

Van welke 2 typen zenuwcellen bevinden zich uitlopers in deel 6?
A
Bewegingszenuwcel & Gevoelszenuwcel
B
Bewegingszenuwcel & schakelcel
C
Gevoelszenuwcel & schakelcel

Slide 15 - Quiz

Gaat deel 6 naar de linkerkant of de rechterkant van het lichaam?
A
Linkerkant van het lichaam
B
Rechterkant van het lichaam

Slide 16 - Quiz

Met welk nummer is de plaats aangegeven waar cellichamen van gevoelszenuwen liggen?
A
Nummer 3
B
Nummer 4
C
Nummer 5
D
Nummer 6

Slide 17 - Quiz

Welke delen van de hersenen zijn betrokken bij het typen van een e-mail op de computer?
A
Bewegingscentra en gevoelscentra in hersenschors
B
Hersenstam en gevoelscentra in de hersenschors
C
Bewegingscentra in hersenschors, hersenstam en kleine hersenen
D
Bewegingscentra, gevoelscentra in hersenschors + hersenstam + kleine hersenen.

Slide 18 - Quiz

In welk deel van het centraal zenuwstelsel bevind zich alcohol als je na een avondje stappen al waggelend naar huis loopt?
A
Alleen in je hersenstam
B
In de grote en de kleine hersenen
C
Alleen in je ruggenmerg
D
In zowel de grote en kleine hersenen als de hersenstam en je ruggenmerg

Slide 19 - Quiz

Alcohol heeft invloed op de werking van je hersenen. Is dit een activerende of een remmende werking?
A
Activerend
B
Remmend
C
Nog geen werking

Slide 20 - Quiz

Je ziet een reflexboog. R is een bepaald type zenuwcellen. Kan het reflex nog optreden als de zenuwcellen van dit type zijn uitgeschakeld? En als in de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
Ja, ook al zijn beide uitgeschakeld zal het reflex nog werken.
B
Alleen bij uitgeschakelde zenuwcellen zal het reflex nog werken
C
Alleen bij uitgeschakelde bewegingscentra zal het reflex nog werken
D
Nee, dan zal het reflex niet meer werken.

Slide 21 - Quiz

Welke bewegingen van je been worden veroorzaakt door een reflex?
A
Je been snel optrekken als een spijker door je schoenzool heen in je voet komt
B
Je been optillen om de veter van je schoen vaster aan te trekken.

Slide 22 - Quiz

Hoe komt het dat hormonen alleen de werking van bepaalde organen beïnvloeden?

Slide 23 - Question ouverte

Bij welk orgaan ligt de hypofyse?

Slide 24 - Question ouverte

Hoe heet de hormoonklier aangegeven met P?

Slide 25 - Question ouverte

Hoe heet de hormoonklier bij Q?

Slide 26 - Question ouverte