examentraining tekstverklaren VWO6: VWO 2018 II

Examentraining VWO6 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Examentraining VWO6 

Slide 1 - Diapositive

7 foute woorden / woordgroepen in de antwoorden

Slide 2 - Question ouverte

Foute antwoorden: 95%

 1) de plus en plus = steeds meer
2) de moins en moins = steeds minder
3) expliquer pourquoi = uitleggen waarom
4) le, la, les plus = het meest
5) surtout = vooral, met name
6) plus + bijv. nmw. + que Y = meer + bijvoeglijk nmw. dan Y
7) préférer … à = de voorkeur geven aan ... boven ...





Slide 3 - Diapositive

Foutenanalyse
1) Had je door wat voor soort vraag het was? (I, II, III)
2) Heb je alles uit de signaalwoorden en uit de : gehaald?
3) Heb je een antwoord gekozen dat zeker fout is?
4) Was je vocabulaire kennis onvoldoende? Als je merkt dat ook je basiswoordkennis onvoldoende is, dan is het slim om ook het laatste deel van je woordenlijst te leren.

Slide 4 - Diapositive

TEKST 3: Plaatje + titel: waar gaat deze tekst over?

Slide 5 - Question ouverte

Tekst 3: Le quotient intellectuel est-il en hausse?
WAT? – M: 4 t/m 9 Markeer signaalwoorden + : 
HOE? – individueel
HULP? – woordenboek F/N + stappenplannen + WL (boekje)
TIJD? – [20”]
UITKOMST? – stemmen met LessonUp
KLAAR? - M: tekst 9, vraag 33 t/m 38 
timer
20:00

Slide 6 - Diapositive

Vraag 4: Qu'est-ce que l'"effet Flynn" (ligne 7) ?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Vraag 5: Qu'est-ce qui a motivé James Flynn à étudier les résultats des tests de quotient intellectuel d'après le 2ème alinéa ?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

Vraag 6: Choisissez le mot qui manque à la ligne 42.
A
A
B
B
C
C

Slide 9 - Quiz

Vraag 7.1: Geef van elk van de onderstaande oorzaken aan of deze wel of niet wordt genoemd in de vijfde alinea.
A
wel
B
niet

Slide 10 - Quiz

Vraag 7.2: Geef van elk van de onderstaande oorzaken aan of deze wel of niet wordt genoemd in de vijfde alinea.
A
wel
B
niet

Slide 11 - Quiz

Vraag 7.3: Geef van elk van de onderstaande oorzaken aan of deze wel of niet wordt genoemd in de vijfde alinea.
A
wel
B
niet

Slide 12 - Quiz

Vraag 8: Choisissez le mot qui manque à la ligne 42.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quiz

Vraag 9: Citeer de eerste twee woorden uit de laatste alinea waarin de schrijver de spot drijft met de lezer.

Slide 14 - Question ouverte

Voorbeelden
WAT? * noteer de 5 dingen die voorbeelden zijn
HOE? * eerst individueel dan in tweetallen
HULP? – 
TIJD? * [1” + 1"]
UITKOMST? * delen via LessonUp
KLAAR? -
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

5 voorbeelden

Slide 16 - Question ouverte

Voorbeelden
 1) NAMEN
2) PLAATSEN (ALLES WAT JE OP EEN KAART KUNT AANWIJZEN)
3) GETALLEN
4) %
5) EEN BEELD IN WOORDEN






Slide 17 - Diapositive

http://bit.ly/frans-exit

Slide 18 - Diapositive