examentraining tekstverklaren HV5 periode 2: HAVO 2015 I

Examentraining HV5 periode 2
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining HV5 periode 2

Slide 1 - Diapositive

Veel voorkomende CSE vragen

Slide 2 - Diapositive

Foute antwoorden: 95%

 1) de plus en plus = steeds meer
2) de moins en moins = steeds minder
3) expliquer pourquoi = uitleggen waarom
4) le, la, les plus = het meest
5) surtout = vooral, met name
6) plus + bijv. nmw. + que Y = meer + bijvoeglijk nmw. dan Y
7) préférer … à = de voorkeur geven aan ... boven ...





Slide 3 - Diapositive

Foute antwoorden zoeken
WAT? – haal de foute antwoorden eruit. Let ook op de Nederlandse antwoorden
HOE? – Individueel
HULP? – lijst met foute antwoorden
TIJD? – [6”]
UITKOMST? – noteer je naam op het bord + aantal
KLAAR? -

Slide 4 - Diapositive

Foute antwoorden: 95%

 1) de plus en plus = steeds meer
2) de moins en moins = steeds minder
3) expliquer pourquoi = uitleggen waarom
4) le, la, les plus = het meest
5) surtout = vooral, met name
6) plus + bijv. nmw. + que Y = meer + bijvoeglijk nmw. dan Y
7) préférer … à = de voorkeur geven aan ... boven ...





timer
6:00

Slide 5 - Diapositive

Plaatje + titel

Slide 6 - Diapositive

Waarover gaat deze tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Aanpak MC-vragen
1) Lees de vraag
2) Lees de antwoorden niet
3) Lees de tekst, onderstreep 
  signaalwoorden + :
4) Formuleer zelf je antwoord
5) Kijk bij de antwoorden

Slide 8 - Diapositive

Tekst 1: Le garcon qui valait 30 millions de dollars
WAT? – Lees de tekst. Markeer signaalwoorden.
HOE? – Individueel
HULP? – Woordenboek F/N
TIJD? – [6”]
UITKOMST? – stemmen met LessonUp
KLAAR? - Maken: vraag 21 t/m 30
timer
6:00

Slide 9 - Diapositive

Vraag 1: Wat was voor Nick D'Aloisio de reden om een speciale software applicatie te maken? Citeer de eerste twee woorden van de zin waarin je dit leest.

Slide 10 - Question ouverte

Vraag 2: L'auteur le dit de quel ton?
D'un ton ...
A
fâché
B
indifférent
C
moqueur
D
sérieux

Slide 11 - Quiz

Kijk naar de titel en naar het plaatje. Waarover gaat deze tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Beweringenvraag
1) Lees eerst de antwoorden
2) Markeer in de antwoorden het woord / de woorden waar je op gaat scannen (namen, plaatsen, cijfer, tijdsaanduiding, internationale woorden)
3) Lees zin-voor-zin en kijk of de gemarkeerde woorden terugkomen. Is dat zo hele zin lezen.


Slide 13 - Diapositive

Tekst 1: Les hommes préfèrent les blondes
WAT? – Lees de tekst. Markeer signaalwoorden.
HOE? – Individueel
HULP? – Woordenboek F/N
TIJD? – [6”]
UITKOMST? – stemmem met LessonUp
KLAAR? - Maken: vraag 21 t/m 30
timer
6:00

Slide 14 - Diapositive

Vraag 3.1
A
wel
B
niet

Slide 15 - Quiz

Vraag 3.2
A
wel
B
niet

Slide 16 - Quiz

Vraag 3.3
A
wel
B
niet

Slide 17 - Quiz

Tekst 3: Kijk naar de titel en naar het plaatje. Waarover gaat deze tekst?

Slide 18 - Question ouverte

Tekst 3: Carat Duchatelet, c’est du solide

WAT? 
a) Lees de tekst. 
b) Markeer signaalwoorden + : 
c) Maak de vragen 4 t/m 10
HOE? – Individueel
HULP? – Woordenboek F/N 
TIJD? – [25”]
UITKOMST? – Stemmen met LessonUp
KLAAR? Oefen signaalwoorden op mobiel: https://quizlet.com/_2u5yev 

Slide 19 - Diapositive

Vraag 4: "Carat Duchatelet, c'est du solide!" Uit welke twee zinnen blijkt dat? Citeer de eerste twee woorden van beide zinnen.

Slide 20 - Question ouverte

Vraag 5: Citeer de eerste twee woorden van de zin uit de tweede alinea waarin je leest waarom beroemdheden als prins Albert en David Cameron een beroep doen op Carat Duchatelet.

Slide 21 - Question ouverte

Vraag 6: A quoi sert le 3ème alinéa?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quiz

Vraag 7: Sur quel aspect de la société Carat Security Group est-ce que l'auteur met l'accent au 4ème alinéa?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quiz

Is er volgens de vijfde alinea verschil tussen een gewone auto en een gepantserde auto voor wat betreft de onderstaande aspecten?
1: de lengte
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Is er volgens de vijfde alinea verschil tussen een gewone auto en een gepantserde auto voor wat betreft de onderstaande aspecten?
1: de hoogte
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Is er volgens de vijfde alinea verschil tussen een gewone auto en een gepantserde auto voor wat betreft de onderstaande aspecten?
1: het gewicht
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Is er volgens de vijfde alinea verschil tussen een gewone auto en een gepantserde auto voor wat betreft de onderstaande aspecten?
1: de maximumsnelheid
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Vraag 9: Qu'est-ce que l'exemple de José Maria Aznar (ligne 103) montre?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quiz

Vraag 10: Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) à la ligne 116.
A

Slide 29 - Quiz

Bekijk de titel en het plaatje: Waarover gaat deze tekst?

Slide 30 - Question ouverte

Vraag 9: Qu'est-ce que l'exemple de José Maria Aznar (ligne 103) montre?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 31 - Quiz

Tekst 4: Major, orang-outan star

WAT? 
a) Lees de tekst. 
b) Markeer signaalwoorden + : 
c) Maak de vragen 11 t/m 13
HOE? – Individueel
HULP? – Woordenboek F/N 
TIJD? – [15”]
UITKOMST? – bespreken in viertallen
KLAAR? Oefen signaalwoorden op mobiel: https://quizlet.com/_2u5yev 

Slide 32 - Diapositive

Vraag 11: Qu'est-ce qui rend Major extraordinaire d'après le premier alinéa, à part son grand âge?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 33 - Quiz

Vraag 12: Qu'est-ce que Sébastien Laurent raconte au 2ème alinéa?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 34 - Quiz

Vraag 13.1
A
wel
B
niet

Slide 35 - Quiz

Vraag 13.3
A
wel
B
niet

Slide 36 - Quiz

Vraag 13.2
A
wel
B
niet

Slide 37 - Quiz