T7 bas. 3 De Nieren 4 KGT

Nieren
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nieren

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Welkom
  • Herhaling
    -Inwendig milieu
    -Lever
  • Bloedsuikerspiegel
  • Nieren
  • Zelfstandig Werken 

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  1. Je kent de bouw en functies van de nieren 


Slide 3 - Diapositive

Herhaling: inwendig milieu

Slide 4 - Diapositive

Alle organen samen zorgen voor een constant inwendig milieu

Slide 5 - Diapositive

Waar horen de longen bij?

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 6 - Quiz

Waar hoort het gele beenmerg bij?


A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 7 - Quiz

Waar horen de nieren bij?


A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 8 - Quiz

Waar hoort de lever bij?

(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 9 - Quiz

Waar hoort de huid bij?
A
Opname
B
Opslag
C
Uitscheiding

Slide 10 - Quiz

Herhaling: de lever

Slide 11 - Diapositive

Vorige les
- Functies?
- Opmerkelijk?




Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Functies lever
  • glucose <--> glycogeen
  • gal maken
  • voedingsstoffen bewerken (eiwitten -> ureum)
  • Afval (rode bloedcellen) en gifstoffen (alcohol en medicijnen) afbreken

Slide 14 - Diapositive

Alvleesklier
Eilandjes van Langerhans

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Eilandjes van langerhans (alvleesklier): Bloedsuikerspiegel.

Slide 17 - Diapositive


Hoe heet letter e?
A
nier
B
slokdarm
C
maag
D
lever

Slide 18 - Quiz

Wat is GEEN functie van de lever?
A
De lever haalt gifstoffen uit het bloed
B
De lever breekt rode bloedcellen af
C
De lever scheidt ureum af aan de urine
D
In de lever wordt glucose omgezet glycogeen

Slide 19 - Quiz

Hoe heet letter S?
A
darmader
B
leverslagader
C
leverader
D
poortader

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het eiwit dat door de lever kan worden gevormd en dat een belangrijke rol speelt bij de bloedstolling?

Slide 21 - Question ouverte

Gal verteert
A
Vetten
B
Niks
C
Eiwitten
D
Koolhydraten

Slide 22 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 23 - Quiz

Waar wordt glucose opgeslagen wanneer je dit tijdelijk niet nodig hebt?
A
alvleesklier
B
lever
C
alvleesklier en lever
D
lever en spieren

Slide 24 - Quiz

De nieren
  • Uitscheiding van overtollig water, overtollig zouten, afvalstoffen en schadelijke stoffen:
  • Niermerg en nierschors
  • Urine: alle verwijderde stoffen.
  • Urine wordt in nierbekkens verzameld.
  • Afgevoerd via urineleiders
 -> urineblaas -> urinebuis -> WC

Slide 25 - Diapositive

Doorsnede van de nier

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Samenstelling urine

Veel zouten --> donkere urine
Weinig zouten (veel water) --> lichte urine

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
niersader

Slide 30 - Question de remorquage

Welk geeft nummer 3 aan?
A
Urineleider
B
Nierschors
C
Niermerg
D
Nierbekken

Slide 31 - Quiz


A
Nierbekken
B
Niermerg
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 32 - Quiz

De onderdelen van de nier zijn van buiten naar binnen:
A
Nierbekken; niermerg; nierschors
B
Nierschors; nierbekken ;niermerg
C
Niermerg ; nierschors; nierbekken
D
Nierschors; niermerg; nierbekken

Slide 33 - Quiz

Zelfstandig werken

Huiswerk: opdr. 8 t/m 14

Slide 34 - Diapositive