1KM diagrammen (MID)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Diagrammen

Voorbeelden diagrammen

John gaat een fietstocht maken.
John fietste in het eerste uur 10 kilometer

1. waar
2. niet waar

John gaat een fietstocht maken.
Nadat hij 10 kilometer gefietst had, hield John een rustpauze van 2 uur.

1. waar
2. niet waar

John gaat een fietstocht maken.
Na 5 uur heeft John 35 kilometer gefietst.

1. waar
2. niet waar

Vorig jaar heeft sportwinkel Champion het aantal verkochte producten bijgehouden. De blauwe lijn geeft de verkoop van mutsen weer.

Vorig jaar heeft sportwinkel Champion het aantal verkochte producten bijgehouden.

De blauwe lijn geeft de verkoop van mutsen weer

In welke maand werden de meeste mutsen verkocht?

1. januari
2. maart
3. oktober
4. december

In de ______ werden geen mutsen verkocht.

1. zomer
2. herfst
3. lente
4. winter

Van welk product zou de roze grafiek kunnen zijn?

1. handschoenen
2. zwembroek
3. skistokken
4. truien

Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er in asiel 2?

1. 5
2. 10
3. 6
4. 8

Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er meer in asiel 2 dan in asiel 3?

1. 2
2. 10
3. 6
4. 8

Hoeveel flesjes sinas zijn er nog op voorraad?

1. 20
2. 25
3. 30

Hoeveel flessen jus d'orange zijn er nog op voorraad

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Op welke dag was de temperatuur om 12.00u precies 15 graden?

1. Dinsdag
2. Woensdag
3. Donderdag
4. Vrijdag

Wat is een ander woord voor de pizzapuntjes waarin je een cirkeldiagram verdeeld?

1. Taartpunt
2. Sectie
3. Sector
4. Hoek

Hoeveel procent van de huishoudens zijn met 5 mensen?

1. 10 %
2. 20 %
3. 30 %
4. 40%

EINDE