Economie Bk rekenen H5 Wat levert het op?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Rekenen

 rekenmachine op tafel!

Bedenk goed wat er gevraagd wordt en reken het dan uit.

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

De inkoopprijs is € 570. De brutowinstopslag is 45%. Wat wordt de verkoopprijs?

Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55.
Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag.

Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55.
Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken de verkoopprijs van de jas.

Janneke verkoopt sportschoenen.
De inkoopprijs is € 40.
Haar brutowinstopslag is 45%.
Bereken de verkoopprijs.

Omzet = afzet × verkoopprijs

Je verkoopt 280 broodjes voor € 3,75 per stuk.

Je verkoopt milkshakes op een festival. Je hebt er vandaag 372 verkocht voor € 3,25 per stuk.
Bereken je omzet.

Groenrijk verkoopt kerstbomen voor € 27,50 per stuk. De omzet is € 2.365.
Bereken de afzet.

BTW uitrekenen

Gebruik kruistabel / verhoudingen

Over een fles vruchtensap wordt 9% btw gerekend. De verkoopprijs is € 1,25 zonder btw.

Bereken de btw.

Bereken het Btw bedrag
van de trui!
(Btw = 9%)

Consumentenprijs = verkoopprijs + btw

De verkoopprijs is € 55 (exclusief btw). De btw is 21%.

Wat is de consumentenprijs?

Een trui heeft een inkoopprijs van €24,50. Bereken de consumentenprijs
van de trui!
(Btw = 9%)

Brutowinst = omzet – inkoopwaarde

De omzet is deze maand € 24.800.

De inkoopwaarde is € 9.600. Bereken de brutowinst.

Flinsters Foodtruck heeft tijdens een festival een omzet van € 8.320. De inkoopwaarde was € 4.865.
Bereken de brutowinst.

Aan de slag.

Maak de rekenopgaven van hoofdstuk 5.

Klaar? 

Check de opgaven van 5.1 t/m 5.4

Oefen de begrippen van hoofdstuk 5.