Les 4 herhaling DA reader, PW 1 5, 10, 16

• Ontwikkelingspsychologie
• MBO
• Studiejaar 2

Ontwikkelingspsychologie

Herhaling 

Periode 8
 

Inhoudsopgave

- DA-reader

Pedagogisch Werk 1:

- thema 5

- thema 10

- thema 16

DA-reader

Belangrijke termen DA-reader

Inhoudscompenent van een lesdoel

Kerndoelen

Instructievormen

Demonstreren

Waar moet je per groep rekening mee houden bij de instructiefase

DA reader 

Gedragscompenent (opzeggen, aanwijzen, etc.)

Inhoudscompenent (wat moet je aanwijzen, opzeggen, ect.)

Didactisch compenent (wat is de opbrengst? (10 van de 12 hoofdsteden goed?)

DA-reader

Kerndoel:

Welke onderwerpen in de basisschool aan de orde moet komen.

Elke school moet aan kunnen tonen dat en hoe ze werken met de kerndoelen.

Scholen mogen zelf bepalen hoe de kerndoelen binnen bereik komen.  

DA-reader

Didactische werkvormen:

• Instructievorm (doceren, vertellen, demonstreren, stappenplan voorleggen, theoretisch verhaal)
• Interactievorm 
• Opdrachtvorm
• Samenwerkingsvorm
• Spelvorm (raadsel, puzzel, kwartet, rollenspel, etc.)

DA-reader

Instructiefase 

- Groep 3/4

- Groep 5/6

- Groep 7/8 en ouder 

Pedagogisch werk 1

Thema 5 (5.1, 5.3, 5.5) 

Ontwikkelingsgericht werken 

Belangrijke termen

Ontwikkelingsgericht werken 

Zone van actuele ontwikkeling

Taalstimulering

Spelactiviteit; rollenspel

Thema 5

Ontwikkelingsgericht werken: werken met kinderen waarbij de ontwikkeling van het kind de basis vormt. Wat kan het kind op dit moment? Wat vindt het kind op dit moment interessant?

Tegenover 

Programmagericht werken: richt de doelen op het gemiddelde waaraan een kind moet voldoen.  

Thema 5

Zone van naaste ontwikkeling: de vaardigheden die het kind nog niet zonder hulp kan uitvoeren. 

Zone van actuele ontwikkeling: wat kan het kind op dit moment. 

Thema 5

Taalstimulering:

Praten met de baby is ook een vorm van contact maken. Laat het kind praten, voorlezen, samen zingen, etc. 

5 kernactiviteiten: spelactiviteit, rollenspel: 

Neem zelf ook deel aan het spel + aansluiten bij de belevingswereld. 

Pedagogisch werk 1

Thema 10 Achterstanden en stoornissen (10.1 t/m 10.6)

Belangrijke termen

Kenmerken ontwikkelingsachterstand

Signalen, stoornis, slappe spierspanning

Stoornis en gedrag

Autisme: je helpt kinderen wel door, je helpt kinderen niet door..

Kenmerkende kwaliteiten  autisme 

NLD en een lage intelligentie? 

10.1 Ontwikkelingsachterstand en –stoornis

Een ontwikkelingsachterstand kun je waarnemen in vergelijking met andere kinderen. De ontwikkeling verloopt trager dan gemiddeld. 

Een ontwikkelingsstoornis blijft een leven lang. De ontwikkeling verloopt anders.  Een kind leert met zijn eigen stoornis omgaan.

(Bijvoorbeeld: ADHD, Autisme, Dyslexie, etc.) 

10.2 Signalen

Motoriek

Op alle vlakken heeft het kind ontwikkeling van de motoriek nodig. Signalen die kunnen duiden op een achterstand of stoornis op motorisch gebied:

• Veel vallen, zichzelf stoten, dingen per ongeluk omvallen
• Slappe of juist hoge spierspanning van het lichaam

Spraak en taal

• Niet begrijpen van de opdrachten
• Gebaren gebruiken i.p.v. woorden

10.2 Signalen

Sociale vaardigheden

• Niet herkennen van emoties
• Afhankelijkheid

Leervermogen

• Verdriet en teleurstelling omdat het niet lukt 
• Enorme inspanning moeten leveren om te kunnen leren

Thema 10

Relatie stoornis en leer-gedragsproblemen:

Er kunnen (eerder) leer- en gedragsproblemen ontstaan doordat een kind zaken niet begrijpt. 

Pedagogisch werk 1

Thema 16 (helemaal)

Werken met de groep 

Belangrijke termen

Autonome groep (fase groepsvorming)

Definitie positieve groepsnormen

Theory of Mind, wat is het? 

Groepsdynamiek