E3 P12 W3

E3 P12 W3
Begeleiden en ondersteunen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

E3 P12 W3
Begeleiden en ondersteunen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slechtnieuwsgesprek
In een slechtnieuwsgesprek moet je de zorgvrager een negatieve boodschap vertellen. Je moet bijvoorbeeld een naaste vertellen dat de zorgvrager iets naars overkomen is.

Slide 3 - Diapositive

Ik ben weleens bij een slechtnieuwsgesprek geweest
Ja
Nee
Ik twijfel

Slide 4 - Sondage

Slechtnieuwsgesprek
Wie heeft er zelf al eens eentje meegemaakt?

Slide 5 - Diapositive

Slechtnieuwsgesprekken in de zorg

Slide 6 - Carte mentale

Wat is het moeilijkst aan het voeren van een slechtnieuwsgesprek?

Slide 7 - Question ouverte

Voorbereiding
Bereid het gesprek goed voor, zorg voor:
  1. Weet met wie je het gesprek voert. Denk aan persoonlijke omstandigheden, reactie die je misschien kan inschatten. Karaktereigenschappen etc.
  2. Wat is de boodschap/doel? Schrijf de eerste zin op
  3. Argumenten, schrijf de belangrijkste 2/3 op
  4. Bedenk wat het met jezelf gaat doen (emoties)
  5. Oplossingsalternatieven (er is altijd een toekomst). BLIJF BIJ JE BOODSCHAP
  6. Tijd en ruimte

Slide 8 - Diapositive

Stap 1 Breng de boodschap
Breng het slechte nieuws zo snel mogelijk, voorafgegaan door een korte aankondiging: ‘Ik ben bang dat ik een nare mededeling voor u heb. Het gaat niet goed met uw moeder.’
Valkuilen:
  • Uitstellen: geen koetjes/kalfjes, koffie/thee halen etc.
  • Pil vergulden: Breng het nieuws niet mooier dan het is, houd het feitelijk
  • Hang yourself: Probeer nooit door slimme vragen de ontvanger zelf tot de conclusie te laten komen (waarom denk je dat we hier zitten?)

Slide 9 - Diapositive

Stap 2: Toelichten
Het slechte nieuws wordt gevolgd door een korte toelichting: ‘Zij is deze week vijf kilo afgevallen.’

Slide 10 - Diapositive

Stap 3: Emoties opvangen
Na het meedelen van het slechte nieuws volgt het opvangen van de ander. De ander kan op het slechte nieuws reageren met ontkenning, huilen, boosheid, haat of schuldgevoelens: 
‘Dat kan ik niet geloven, vijf kilo in zo’n korte tijd.’

Luister, accepteer de gevoelens en durf stil te zijn.

Slide 11 - Diapositive

Valkuilen bij stap 3?

Slide 12 - Carte mentale

Valkuilen
Hit & Run: Sommige mensen vallen stil, je moet dan het tempo in de gaten houden. Laat de stilte maar rustig even duren.
Handige vuistregel: Onderbreek stiltes alleen door een vraag

Troosten: als je gaat troosten, begeef je je voor de ontvanger op twee niet vereningbare niveau's (negatief en positief) troosten heeft in deze fase geen nut.

Slide 13 - Diapositive

Stap 4: Samenvatten
Vat samen wat je de ander hoort zeggen. Een samenvatting kan het best uit drie onderdelen bestaan: Het woordje ‘u’, een typering van het denken of voelen van de gesprekspartner en een verwijzing naar de situatie. 

De ander zegt bijvoorbeeld: ‘Daar begrijp ik niets van, dat ze niet kan eten. Daar heeft ze me gisteren door de telefoon niets van verteld.’ 

Jij kunt dan reageren met: ‘Het verbaast u dat u heel verschillende soorten informatie krijgt?’

Slide 14 - Diapositive

Stap 5: Informatie

Begin niet direct na het slechte nieuws met het spuien van informatie. De ontvanger is op dat moment niet in staat om informatie te verwerken. 

Het is beter om met informatie te wachten tot de ander er zelf om vraagt: ‘Hoe kan dat nu dat moeder zo afgevallen is?’ De informatie aan de ontvanger moet duidelijk zijn: ‘Ze heeft al vier dagen niet gegeten, alleen gedronken.’

Slide 15 - Diapositive

Stap 6: Argumenten uiteenzetten
Houdt dit kort en bondig. concentreer je op max. 2/3 argumenten. 

Valkuilen:
  • Rechtvaardigen: je moet begrijpen dat... 
  • Bij de tweede of derde keer andere woorden gebruiken.

Slide 16 - Diapositive

Stap 7: Oplossingen bespreken
De volgende fase in het slechtnieuwsgesprek is die van het probleem oplossen. De vraag kan het best van de ander komen. Een zinnetje als: ‘Wat moet er nu gebeuren?’ kan een start zijn. 

De verwerking van het slechte nieuws is dan zo ver gevorderd dat er ruimte is voor hoe het nu verder moet.

Valkuilen:
  • Onduidelijkheid
  • Teveel details

Slide 17 - Diapositive

Stap 8: Afronding
Besteed in de afronding vooral aandacht aan twee punten:
  • Moet er iemand ingelicht worden?
  • Maak een vervolgafspraak of kom zelf terug op het gesprek 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Evaluatie

Slide 20 - Question ouverte

Voor nu:
Aan de slag met observatielijsten

Volgende week:
Oefenen met motiverende gespreksvoering en slechtnieuwsgesprek en intervisie

Slide 21 - Diapositive