Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent. Je kunt je alvast aanmelden bij LessonUp door de code linksonder te gebruiken.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent. Je kunt je alvast aanmelden bij LessonUp door de code linksonder te gebruiken.
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Grammatica
Lesdoel
Huiswerk nakijken
Quiz: wat weet je nog?
Slide 2 - Diapositive
Woensdag 3 februari
Proefwerk grammatica
Persoonsvorm en zinsdelen (pagina 30/31)
Lidwoord en zelfstandig naamwoord (pagina 56/57)
Werkwoordelijk gezegde (pagina 80/81)
Lijdend voorwerp (pagina 106/107)
Bijvoeglijk naamwoord (pagina 132/133)
Voorzetsels (pagina 158/159)
Slide 3 - Diapositive
Aan het einde van deze les
weet je hoe goed je de stof begrijpt.
Slide 4 - Diapositive
Grammatica, wat hebben we de afgelopen weken geleerd?
Slide 5 - Carte mentale
Huiswerk
Opdracht 4 en 5 op pagina 159
Slide 6 - Diapositive
Tijd voor een quiz!
Wat weet je nog?
Slide 7 - Diapositive
Sleep de persoonsvorm in dit blok
Snapt
iedereen
deze opdracht?
Slide 8 - Question de remorquage
Welke manieren kan je gebruiken om de persoonsvorm te vinden?
A
De zinsdelenproef en de tijdproef
B
De zinsdelenproef en de vraagproef
C
De tijdproef en de werkwoordenproef
D
De tijdproef en de vraagproef
Slide 9 - Quiz
Sleep de persoonsvorm in dit blok
Rosa
verstopt
de mobiel van haar broer
in de kast.
Slide 10 - Question de remorquage
Persoonsvorm
Onderwerp
Afgelopen dinsdag
gaf
onze mentor
het gewijzigde lesrooster.
Slide 11 - Question de remorquage
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Pas na een week
had
Soumaya
mij
het geleende geld
terugbetaald.
Slide 12 - Question de remorquage
'Het meisje raapt de kastanjes op die uit die grote boom zijn gevallen.' Hoeveel lidwoorden heeft deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
Welke drie lidwoorden hebben we in het Nederlands?
Slide 14 - Question ouverte
Welk woord is geen zelfstandig naamwoord?
A
aap
B
Sjors
C
bord
D
lekker
Slide 15 - Quiz
Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Duitsland
B
vriendelijk
C
voetballen
D
geel
Slide 16 - Quiz
'Dit weekend wil ik mijn verjaardag gaan vieren.'
Hoeveel werkwoorden heeft het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
Wat is ook alweer het werkwoordelijk gezegde?
Slide 18 - Question ouverte
'Op een mooie zomerdag liepen de lieve meisjes naar het oude schoolgebouw.' Hoeveel bijvoeglijke naamwoorden zitten er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quiz
'Fred loopt altijd met zijn vaste vriendengroep naar school.' Heeft deze zin een lijdend voorwerp?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
'Fred loopt altijd met zijn vaste vriendengroep naar school.' Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 21 - Quiz
Hij heeft mij gisteren een heel mooi boek geleend. Wat is het lijdend voorwerp?
A
Hij
B
heeft
C
mij
D
een heel mooi boek
Slide 22 - Quiz
Bedenk zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden binnen 20 seconden!
timer
0:20
Slide 23 - Question ouverte
Patrick heeft veel ervaring in/met het installeren van computers.
A
in
B
met
Slide 24 - Quiz
'Patrick heeft veel ervaring met het installeren van computers.' Het woord 'met' noem je in deze zin ook wel een...