Toetsvoorbereiding

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Gezondheid / gezond zijn betekent :

“je goed voelen op ….”

A
Lichamelijk gebied
B
Geestelijk gebied
C
Sociaal maatschappelijk gebied
D
Op alle bovenstaande gebieden

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Je bent lichamelijk gezond als je :

A
Op een normale manier alledaagse dingen kan doen
B
Contact kan maken en houden met anderen
C
In staat bent zelf problemen op te lossen
D
Je niet ziek voelt

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Je geestelijke gezondheid hangt af van :

A
Of je 'clean' bent
B
Situatie, stemming en motivatie
C
Je omgang met anderen
D
Of je alledaagse dingen kan doen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Tijdens een wedstrijd of training kan je niets doen aan hygiëne

Waar
Niet waar

Slide 9 - Sondage

Slide 10 - Diapositive

Met Hypertensie bedoelen we :

A
Hoge bloeddruk
B
Lage bloeddruk
C
Stress voor een toets
D
Wedstrijdspanning

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Noem 2 redenen waarom het belangrijk is om een (goede) warming up te doen
A
Hartslag omhoog en meer O2 op juiste plek
B
Gewrichten smeren en spieren soepel maken
C
Betere concentratie en in de sfeer komen
D
Beter presteren en minder kans op blessures

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Leg uit wat we bedoelen met de CLUKS

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Belasting betekent :
A
Geld dat je moet betalen
B
Dat je meer doet dan je aankan
C
Wat je je lichaam laat doen
D
Dat je geblesseerd bent

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Als je geblesseerd bent kan je tijdelijk niet doen, wat je normaal wel kunt

A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Je kan een blessure oplopen door :

A
Te zwaar trainen
B
Contact met anderen
C
Beide antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Belastbaarheid betekent :


A
Wat je je lichaam laat doen
B
Wat je lichaam aankan
C
Meer doen dan je aankan
D
Meer doen dan je gewend bent

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Primaire blessurepreventie betekent :

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Leg zo uitgebreid mogelijk uit, wat je doet/moet doen als iemand geblesseerd raakt

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Het toepassen van de ICE-regel noemen we :


A
Primaire preventie
B
Secundaire preventie
C
Tertiaire preventie
D
Best koud

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Voelen of je als vrouw knobbeltjes in je borst hebt, is een vorm van zelfonderzoek. Noem nog een vorm van zelfonderzoek

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Met de afkorting HF bedoelen we :


Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Je kan de maximale hartslag uitrekenen door gebruik te maken van de volgende formule :

A
220 - leeftijd
B
200 - leeftijd
C
120 - leeftijd
D
Een hartslagmeter te gebruiken

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Je kan iemands hartslag meten door 30 seconden te voelen in de hals/nek en de uitkomst dan x2 te doen

A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Trainen is :

“Af en toe een oefening doen die je op internet hebt gezien om te kijken of jij dat ook kan”

Klopt
Bullshit

Slide 39 - Sondage

Slide 40 - Diapositive

Een beginnend sporter kan het beste beginnen met hardlopen om zo de conditie op te bouwen

A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Om beter te worden wordt aangeraden om tussen de 2 en 5x per week te trainen

Klopt
Nee hoor, van 1x trainen blijf je ook steeds beter worden

Slide 43 - Sondage

Slide 44 - Diapositive

De roeimachine in een fitnesscentrum is een prima manier om het hele lichaam op te warmen

Eens
Oneens

Slide 45 - Sondage

Slide 46 - Diapositive

Sporten en bewegen heeft alleen maar positieve effecten op de gezondheid

100% waar
Onzin

Slide 47 - Sondage

Slide 48 - Diapositive

Noem 2 redenen, waarom het voor ouderen belangrijk is om te (blijven sporten)

Slide 49 - Question ouverte