‹Revenir à la recherche

wk22 werkwoordspelling 1

Werkwoordspelling
voltooid deelwoord 
Toets spreken 2: donderdag 8 juni
Toets werkwoordspelling: vrijdag 16 juni

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
voltooid deelwoord 
Toets spreken 2: donderdag 8 juni
Toets werkwoordspelling: vrijdag 16 juni

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Lezen in stilte 10 min.
  • Nakijken: opdracht 4 en 5 (blz. 5-6)   
  • Herhaling: voltooid deelwoord
  • Oefenen of uitleg
  • Huiswerk
  • Bordspel werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 4 - Diapositive

Noteer voorbeelden van voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden

Slide 5 - Carte mentale

Sterke werkwoorden
  • Lopen - liepen - gelopen
  • Lezen - lazen - gelezen
  • Verliezen - verloren - verloren
  • Eten - aten - gegeten

Slide 6 - Diapositive

Het stoort met dat jouw zus zulke verhalen al regelmatig heeft (verdraaien)

Slide 7 - Question ouverte

voltooid deelwoord
  • verdraaid: correct --> opdracht 17 (blz. 23-24)
  • verdraait: uitleg
  • verdraaidt: uitleg 

Slide 8 - Diapositive

voltooid deelwoord
Noteer:
  • Het verschil tussen vtdw + pv
  • Minimaal drie voorbeeldzinnen

Slide 9 - Diapositive

Maak een zin met het voltooid deelwoord van (beweren).

Slide 10 - Carte mentale

Maak een zin met de persoonsvorm van (beroven)

Slide 11 - Carte mentale

De luidruchtige reiziger (verkennen) het gebied vandaag.

Slide 12 - Question ouverte

Werkvorm (viertallen
  • Noteer vier voorbeelden van een heel werkwoord (infinitief) op een blaadje, bijvoorbeeld: dansen
  • Op een ander blaadje noteer je de hij-vorm persoonsvorm tt, vt en het voltooid deelwoord: danst, danste, gedanst


Slide 13 - Diapositive

Werkvorm (viertallen
Stap 1: geef het blaadje door en vul op het blaadje van je groepsgenoot de hij-vorm van de persoonsvorm t.t. in.
Stap 2: geef het blaadje door en vul op het blaadje van je groepsgenoot de hij-vorm van de persoonsvorm v.t. in.
Stap 3: geef het blaadje door en vul op het blaadje van je groepsgenoot het voltooid deelwoord in.
Stap 4: kijk het blaadje van je buurman/buurvrouw na.

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
  • Maken: opdracht 6 en 8 (blz. 6-8)                                                         = Huiswerk:
  • Klaar?: lezen in je leesboek

Slide 15 - Diapositive

Hij heeft het altijd (betreuren) dat ik nooit op zijn feestjes kon komen.
A
betreurd
B
betreurdt
C
betreurt

Slide 16 - Quiz

Mijn zus (beweren) dat ze vorige week die bijeenkomst niet heeft (bijwonen).
A
beweert, bijgewoont
B
beweert, bijgewoond
C
beweerd, bijgewoont
D
beweerd, bijgewoond

Slide 17 - Quiz

Plus de leçons comme celle-ci

groep 8 werkwoord spelling cito

- Leçon avec 44 diapositives
nederlandsPrimary Education

Spelling voltooid deelwoorden

- Leçon avec 30 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

groep 7 werkwoordcito oefenen

- Leçon avec 35 diapositives
nederlandsPrimary Education

Groep 8 3.2 samengestelde zinnen, vaste voorzetsels, trema, bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

- Leçon avec 12 diapositives

Fase 2, periode 2, les 3 werkwoordspelling STARTER

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 2

Oefenen toets werkwoorden 1E kgt

- Leçon avec 17 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

WERKWOORDSPELLING

- Leçon avec 17 diapositives

B1B 17 mei 2021 Lesobservatie Corderius mavo/havo 1

- Leçon avec 23 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1