Hf 4 - 4.2. Wat levert het op? (deel 1)

4.2. Wat levert het op?
blz. 102
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine
Laptop


1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

4.2. Wat levert het op?
blz. 102
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine
Laptop


Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Terugblik op 4.1.
  2. Uitleg en instructie 4.2. (deel 1)
  3. Quiz
  4. Maakwerk voor vandaag  
                                                         

Slide 2 - Diapositive

Sammi verkoopt ijs. In een dag maakt hij 251 ijsjes. Zijn productiekosten voor een dag is 59 euro. Wat is zijn productiekosten per ijsje?
A
4,25 euro
B
192 euro
C
23 cent
D
24 cent

Slide 3 - Quiz

Even kijken wat je nog weet...
Maak Herhalingsopdrachten op blz. 120,
opgaven 5 en 6
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Na afloop van deze les weet ik ...
  1. ...wat een ondernemer is.
  2. ...wat de verschillende productiefactoren zijn.
  3. ...wat investeren is.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Ondernemer

  1. Een ondernemer verdient zijn inkomen met een eigen bedrijf.
  2. Met of zonder personeel (zzp)
  3. Ondernemerschap: durf te ondernemen

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn productiefactoren?
  1. Natuur:  alles uit de natuur (water, grond, zonlicht)
  2. Arbeid: Er moet hard gewerkt worden
  3. Kapitaal: Alles kost geld! Aankoop van machines en gebouwen



Slide 8 - Diapositive

Productiefactoren:

Arbeid:
Al het werk dat mensen doen
A
Natuur:
Alles wat uit de natuur komt zonder bewerking door mensen
N
Kapitaal:
Geld, machines, gebouwen, gereedschappen en andere hulpmiddelen zijn kapitaalgoederen
K

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Quiz

Slide 11 - Diapositive

Welke is een voorbeeld van Productiefactoren?
A
Machines
B
Arbeid
C
Tijd
D
Boeken

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van Natuur als productiefactor?
A
Kleur
B
Geur
C
Water
D
Smaak

Slide 13 - Quiz

Wat is investeren?
A
Het beleggen van geld
B
Het kopen van kapitaalgoederen
C
Ondernemen
D
Winst maken

Slide 14 - Quiz

Op de markt vind je een verzameling van ondernemers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Maakwerk
Maak blz. 102, opgaven 19 t/m 25

Maak Herhalingsopdrachten op blz. 120,
opgaven 5 en 6

Maak Rekenopdrachten blz. 124, opdrachten 1 t/m 9




Slide 16 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Diapositive

Blijf zitten totdat de bel gaat!
Jullie mogen opruimen.

Slide 18 - Diapositive