Les 8 M4 Eco2 - 30112021

Welkom bij Economie in Mavo 4
Les 8
Periode 2
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Economie in Mavo 4
Les 8
Periode 2

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Start + Welkom
  • Huiswerk controle / bespreken / analyse
  • Par. 2.4 A + B (Toegevoegde waarde + Prijs bepalen)

  • Rekenvaardigheden: 
  • Maken Par. 2.6 A: Prijzen berekenen


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen (3.4 A+B)
Je weet wat een productieweg / bedrijfskolom is en wat er bedoelt wordt met toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde is wat anders dan winst.

Je weet hoe de kostprijs berekend wordt en kunt de consumentenprijs en verkoopprijs berekenen. Je kunt uitleggen wat vraag en aanbod is en welke invloed deze hebben op de prijs.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle 
bedrijven die na elkaar meewerken 
aan een product.

Slide 4 - Diapositive

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 5 - Diapositive

2.4 A: Vraag 2D

Toegevoegde waarde is niet hetzelfde als winst.
Leg uit waarom.

Slide 6 - Diapositive

Vraag & aanbod
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen. 
Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs stijgen. 

Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs stijgen. 
Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs dalen.

Slide 7 - Diapositive

Kostprijs
  • De kosten die worden gemaakt voor een product. 
  • De kostprijs heb je nodig om uiteindelijk de verkoopprijs te bepalen. 
  • Wanneer je de kostprijs en de verkoopprijs weet, kan je ook de winst per product uitrekenen. 

  • Kostprijs = inkoopprijs + bedrijfskosten per product



Slide 8 - Diapositive

Kostprijs berekenen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Consumentenprijs
De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

Let op!!! De consumentenprijs is altijd meer dan 100%!!!

Slide 11 - Diapositive

Rekenen met btw
De verkoopprijs van een jas is € 125.
De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€ 125 : 100 x 121

€ 125 : 100 x 21 = € 26,25
€ 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 12 - Diapositive

Rekenen met btw
De consumentenprijs van een product is € 159,95.
De btw is 21%.

De verkoopprijs:
€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19

Slide 13 - Diapositive

Brutowinstmarge
Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.

verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge 

Brutowinstmarge is een percentage van de inkoopprijs

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld:
Een bedrijf koopt producten in voor € 12,- per stuk. Ze hebben berekend dat hun brutowinstmarge minimaal 130% moet zijn om hun bedrijfskosten terug te verdienen.
Bereken wat de consumentenprijs zal zijn. Ga uit van een BTW tarief van 21%

Slide 15 - Diapositive

Vragen?
VRAGEN?

Slide 16 - Diapositive

Learnbeat
REKENVAARDIGHEDEN
Maken par. 2.6 A:
Prijzen berekenen.

SUCCES!!!

Slide 17 - Diapositive

Vragen?

Slide 18 - Diapositive

Controleren lesdoelen
  • Wat is een productieweg / bedrijfskolom
  • Wat is toegevoegde waarde?
  • Waarom is toegevoegde waarde niet hetzelfde als winst?
  • Hoe bereken je een kostprijs?
  • Wat zijn vaste en variabele kosten?
  • Wat is een brutowinstmarge?

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk:

Weektaak:
Heel par 2.4 A + B
+ 2.6 A

Succes!!!

Slide 20 - Diapositive