3Havo - 5.3 Overmaat en Ondermaat

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Vorige les: 
Ontledingsreacties

Deze les:
Overmaat en Ondermaat

Slide 2 - Diapositive

Als je een poster lang in de zon laat hangen verkleurt de poster.
Hoe noem je deze reactie?
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Endolyse
D
Fotolyse

Slide 3 - Quiz

Welk energie-effect komt het meest voor bij ontledingsreacties?
A
Exotherm
B
Endotherm
C
Fotolyse
D
Elektrolyse

Slide 4 - Quiz

Welke informatie staat er in een reactievergelijking?
A
Molecuulformules, fasen en verhoudingen
B
Namen en fasen
C
Energie-effect

Slide 5 - Quiz

Overmaat en Ondermaat
Wanneer stopt een reactie?
Wat is over- en ondermaat?
Hoe bepaal je welke stof er in over- of ondermaat aanwezig is?

Slide 6 - Diapositive

Voordat we het scheikundig maken:



  • Wanneer stop je met eten?
  • Wat doe je als je saus op is?
  • Wat doe je als er saus over blijft?

Slide 7 - Diapositive

Wanneer stopt een reactie?
  1. Als een van de beginstoffen op is of wordt weggehaald
  2. Het reactiemengsel onder de reactietemperatuur daalt

Slide 8 - Diapositive

Wat is ondermaat?
Een stof die volledig op is einde van een reactie is in:
Ondermaat

Slide 9 - Diapositive

Wat is overmaat?
Een stof die overblijft aan het einde van een reactie is in:
Overmaat

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld over- en ondermaat
Reactie:

Stel we hebben 4 gram waterstof en 30 gram zuurstof.

Welke stof is er in overmaat en welke is er in ondermaat?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld over- en ondermaat

Welke stof is er in overmaat en welke is er in ondermaat?
  1. Wat is de massaverhouding tussen zuurstof en waterstof?
  2. Hoeveel zuurstof hebben we nodig om 4 gram waterstof te verbranden?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld over- en ondermaat

  1. Wat is de massaverhouding tussen zuurstof en waterstof?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
2H2
O2

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld over- en ondermaat
  1. Massaverhouding
  2. Hoeveel  zuurstof hebben we nodig om 4 gram waterstof te verbranden?
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
4,00
?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
2H2
O2
4,00(4,0032,00)

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld over- en ondermaat
  1. Massaverhouding
  2. Hoeveel  zuurstof hebben we nodig om 4 gram waterstof te verbranden?





Dus we hebben 32,00 g zuurstof nodig om 4,00 g waterstof te verbranden
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
4,00
?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
2H2
O2
4,00(4,0032,00)

Slide 15 - Diapositive

Oefening:
  • Je gaat rekenen aan de reactie van het voorbeeld
  • Je krijgt 5 minuten
  • Herhaal de stappen uit het voorbeeld
  • Voer je antwoord in de volgende slide in 

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel gram waterstof kan er reageren met 30 gram zuurstof?
timer
5:00

Slide 17 - Question ouverte

Uitwerking
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
?
30,0
2H2
O2
32,00(30,04,00)=3,75
H2

Slide 18 - Diapositive

Overmaat berekenen
Stel; we laten 6 gram waterstof met 20 gram zuurstof reageren (zelfde reactie als net)
1. Welke stof is in overmaat 
2. Hoeveel van die beginstof is er in overmaat?
3. Hoeveel gram water ontstaat er dan?

Slide 19 - Diapositive

Welke stof is in overmaat?
(2 aparte berekeningen)

Slide 20 - Question ouverte

Samenvatting
  1. Wanneer stopt een reactie?
  2. Wanneer is een stof in ondermaat?
  3. Wanneer is een stof in overmaat?
  4. Welke verhouding heb je nodig om de over/ondermaat te bepalen? 

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Lezen: 153 t/m 155
Maken: 35 t/m 37 + 40

Slide 22 - Diapositive