herhaling H3 quiz klas 1a

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

i ie of y ?
Zwemmen is mijn favoriete hobb....

1. Hobbie
2. Hobbi
3. Hobby

De jur... was onder de indruk van zijn muz...kale kwaliteiten.

het werkwoord zijn
ik ben
hij ....

1. bent
2. zijnt
3. is

wat is de verleden tijd van
zij willen ?

1. zij wilden
2. zij wouden

(het werkwoord hebben)
Pieter .... gisteren geen zin om naar buiten te gaan.

Gebruik je de juiste persoonsvorm van zijn
Vanavond .... jij toch niet thuis?

onderwerp?
Mark loopt elke avond een rondje met de hond.

1. elke avond
2. Mark
3. de hond
4. een rondje

noteer de ik-vorm van dit werkwoord
(niet het woord ik intoetsen)
Zweren

noteer de ik-vorm van dit werkwoord
(niet het woord ik intoetsen)
Geven

onderwerp?
De kleren van mijn broertje zijn te klein.

1. mijn broertje
2. De kleren
3. De kleren van mijn broertje
4. broertje

wat betekent Regelmatig

1. Vreemd
2. heel groot, heel erg
3. Vaak

Wat is de betekenis van activiteiten?

1. dingen waarmee je bezig kunt zijn
2. iets doen wat je leuk vindt

Van welk woord zijn de voorbeelden die na de dubbele punt staan
Marko houdt van balsporten: voetbal, hockey, tennis.

1. Marko
2. houdt
3. balsporten

Bij zoekend lezen moet ik de hele tekst lezen.

1. Waar
2. Niet waar

Schrijf het onderwerp op:
Morgen viert mijn oude tante haar verjaardag.

Over een flyer kun je het volgende zeggen:

1. Het bestaat uit meerdere bladzijden
2. Er staat heel veel tekst op
3. Wordt vaak uitgedeeld op straat, is opvallend en je kunt de juiste informatie vaak vinden
4. Hangt vaak aan de muur of in een bushokje

Hoe noem je nog maar de zin in een flyer
waar je mee probeert op te vallen?

1. Alinea
2. Slogan
3. Inleiding
4. Samenvatting

Schrijf op welk woord de persoonsvorm is:
Voetballers verdienen veel geld.