4. Kunst Drama Theorie: verwijzen naar werkelijkheid

Welkom M4
Verwijzen naar de werkelijkheid
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom M4
Verwijzen naar de werkelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet wat verwijzen naar de werkelijkheid betekent
Je herkent  (spel)werkelijkheid  in een fragment
Je kunt 6 verschillende manieren van verwijzen naar de werkelijkheid noemen
Je kunt de functie van muziek binnen het theater beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Manieren van verwijzen naar de werkelijkheid 
  
Een toneelstuk laat altijd een visie zien van de regisseur op een aspect van de  werkelijkheid. De regisseur verwijst daarmee naar de werkelijkheid. Dit kan op 6 verschillende manieren.

Slide 3 - Diapositive

Welke verwijzingen naar de werkelijkheid ken je nog/ al?

Slide 4 - Carte mentale

Verwijzen naar werkelijkheid
Nabootsing
Typering
Omkering
Oefensituatie
Metafoor
Vrije verbeelding

Slide 5 - Diapositive

Nabootsing
Een directe verwijzing naar de werkelijkheid, bijvoorbeeld: Zoon komt ´s avonds na een feestje pas om 3 uur thuis. Vader zit in de woonkamer op hem te wachten en is boos, want de zoon is veel te laat. 

Slide 6 - Diapositive

Typering
Eén eigenschap uit de werkelijkheid wordt gekozen en vergroot vormgegeven. Bijvoorbeeld: De agressiviteit van de vader die zijn zoon uitfoetert, wordt vergroot. 

Slide 7 - Diapositive

Omkering
Gespeeld wordt met de verwachting van het publiek. Niet het voorspelbare gebeurt, maar juist het omgekeerde. Bijvoorbeeld: Vader reageert: “Waarom ben je nu al thuis? Je mag pas om 6 uur thuiskomen. Mijn huis uit en feesten tot 6 uur.” 

Slide 8 - Diapositive

Oefensituatie
Het oefenen van gedrag in een nagespeelde situatie, rollenspel in een beroepsopleiding of een therapiesessie. Bijvoorbeeld: Vader oefent met een andere vader, die de zoon naspeelt, om goed met elkaar en met de situatie om te leren gaan.  

Slide 9 - Diapositive

Metafoor
Een indirecte verwijzing naar de werkelijkheid. Bijvoorbeeld, vader staat symbool voor de overheid en maakt de regels, zoon staat symbool voor de burger die de regels moet volgen.  
 

Slide 10 - Diapositive

Vrije verbeelding
Verwijzing naar de werkelijkheid die niet vastligt. De vader zoon conflictsituatie wordt gespeeld als een sprookje.  

Slide 11 - Diapositive


Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? 
Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: 
intensiteit 
volume 
tempo

Slide 12 - Question ouverte


Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? 
Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: 
intensiteit 
volume 
tempo

Slide 13 - Question ouverte

Je krijgt zo verschillende fragmenten te zien met verwijzingen naar de werkelijkheid. Bekijk goed welk fragment welke verwijzing gebruikt ( en waarom je dat denkt). 

Slide 14 - Diapositive

Verwijzen naar werkelijkheid
Nabootsing
Typering
Omkering
Oefensituatie
Metafoor
Vrije verbeelding

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Materiële vormgevingsmiddelen

Slide 20 - Diapositive

Wat waren de materiële vormgevingsmiddelen ook alweer?

Slide 21 - Question ouverte

Muziek heeft binnen het theater 4 functies:
  • Contrast versterken  
  • Om op te dansen  
  • Om de sfeer te versterken  
  • Om emoties te versterken


Slide 22 - Diapositive

Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
  • intensiteit
  • volume
  • tempo

Slide 23 - Diapositive

1

Slide 24 - Vidéo

00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo

Slide 25 - Question ouverte

Vraag 14: Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom?
Gebruik (indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit, volume, tempo

Slide 26 - Question ouverte


Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? 
Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: 
intensiteit 
volume 
tempo

Slide 27 - Question ouverte

1

Slide 28 - Vidéo

00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo

Slide 29 - Question ouverte


Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? 
Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: 
intensiteit 
volume 
tempo

Slide 30 - Question ouverte

1

Slide 31 - Vidéo

00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo

Slide 32 - Question ouverte


Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? 
Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: 
intensiteit 
volume 
tempo

Slide 33 - Question ouverte

1

Slide 34 - Vidéo

00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo

Slide 35 - Question ouverte


Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? 
Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: 
intensiteit 
volume 
tempo

Slide 36 - Question ouverte

Leerdoelen
Je weet wat verwijzen naar de werkelijkheid betekent
Je herkent de (spel)werkelijkheid in een fragment
Je kunt 6 verschillende manieren van verwijzen naar de werkelijkheid noemen
Je kunt de functie van muziek binnen het theater beschrijven

Slide 37 - Diapositive