Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.
Éléments de cette leçon
Welkom M4
Verwijzen naar de werkelijkheid
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet wat verwijzen naar de werkelijkheid betekent
Je herkent (spel)werkelijkheid in een fragment
Je kunt 5 verschillende manieren van verwijzen naar de werkelijkheid noemen
Je kunt de functie van muziek binnen het theater beschrijven
Slide 2 - Diapositive
Manieren van verwijzen naar de werkelijkheid
Een toneelstuk laat altijd een visie zien van de regisseur op een aspect van de werkelijkheid. De regisseur verwijst daarmee naar de werkelijkheid. Dit kan op 5 verschillende manieren.
Slide 3 - Diapositive
Welke verwijzingen naar de werkelijkheid ken je nog/ al?
Slide 4 - Carte mentale
Verwijzen naar werkelijkheid
Nabootsing
Typering
Omkering
Oefensituatie
Metafoor
Slide 5 - Diapositive
Nabootsing
Een directe verwijzing naar de werkelijkheid, bijvoorbeeld: Zoon komt ´s avonds na een feestje pas om 3 uur thuis. Vader zit in de woonkamer op hem te wachten en is boos, want de zoon is veel te laat.
Slide 6 - Diapositive
Typering
Eén eigenschap uit de werkelijkheid wordt gekozen en vergroot vormgegeven. Bijvoorbeeld: De agressiviteit van de vader die zijn zoon uitfoetert, wordt vergroot.
Slide 7 - Diapositive
Omkering
Gespeeld wordt met de verwachting van het publiek. Niet het voorspelbare gebeurt, maar juist het omgekeerde. Bijvoorbeeld: Vader reageert: “Waarom ben je nu al thuis? Je mag pas om 6 uur thuiskomen. Mijn huis uit en feesten tot 6 uur.”
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Oefensituatie
Het oefenen van gedrag in een nagespeelde situatie, rollenspel in een beroepsopleiding of een therapiesessie. Bijvoorbeeld: Vader oefent met een andere vader, die de zoon naspeelt, om goed met elkaar en met de situatie om te leren gaan.
Slide 10 - Diapositive
Metafoor
Een indirecte verwijzing naar de werkelijkheid. Bijvoorbeeld, vader staat symbool voor de overheid en maakt de regels, zoon staat symbool voor de burger die de regels moet volgen.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Je krijgt zo verschillende fragmenten te zien met verwijzingen naar de werkelijkheid. Bekijk goed welk fragment welke verwijzing gebruikt ( en waarom je dat denkt).
Slide 13 - Diapositive
Verwijzen naar werkelijkheid
Nabootsing
Typering
Omkering
Oefensituatie
Metafoor
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Vidéo
Materiële vormgevingsmiddelen
Slide 18 - Diapositive
Wat waren de materiële vormgevingsmiddelen ook alweer?
Slide 19 - Question ouverte
Muziek heeft binnen het theater 4 functies:
Contrast versterken
Om op te dansen
Om de sfeer te versterken
Om emoties te versterken
Slide 20 - Diapositive
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 23 - Question ouverte
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik (indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit, volume, tempo
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Vidéo
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 26 - Question ouverte
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Vidéo
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 29 - Question ouverte
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Vidéo
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 32 - Question ouverte
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 33 - Question ouverte
Leerdoelen
Je weet wat verwijzen naar de werkelijkheid betekent
Je herkent de (spel)werkelijkheid in een fragment
Je kunt 6 verschillende manieren van verwijzen naar de werkelijkheid noemen
Je kunt de functie van muziek binnen het theater beschrijven