6.3 Het vaasmodel en de productregel

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

De volgende opgave werd door vrijwel iedereen verkeerd gemaakt gisteren, dus hierbij nogmaals de volgende opgave.

5. Bereken de kans dat een treinpassagier 60 of meer km aflegde, zonder abonnement.

1. In een vaas zitten 8 rode, 4 witte en 3 blauwe knikkers. Er worden 5 knikkers gepakt.
Bereken de kans dat er 3 rode en 2 blauwe knikkers worden gepakt.

2. In een vaas zitten 8 rode, 4 witte en 3 blauwe knikkers. Er worden 5 knikkers gepakt.
Bereken de kans dat er geen witte knikkers worden gepakt.

3. In een vaas zitten 8 rode, 4 witte en 3 blauwe knikkers. Er worden 5 knikkers gepakt.
Bereken de kans dat er 3 blauwe knikkers worden gepakt.

4. Bij een loterij zijn 40 loten verkocht. Er zijn 3 eerste prijzen en 7 tweede prijzen. Monique koopt 3 loten en Barbara 4.
Bereken de kans dat Monique 1 prijs wint.

5. Bij een loterij zijn 40 loten verkocht. Er zijn 3 eerste prijzen en 7 tweede prijzen. Monique koopt 3 loten en Barbara 4.
Bereken de kans dat elk lot van Barbara een prijs oplevert.

6. In vaas 1 zitten twee rode, vijf witte en drie blauwe knikkers.
In vaas 2 zitten twee witte, twee blauwe en één groene knikkers.
Er worden uit beide vazen 1 knikker gepakt.
Bereken exact de kans dat er twee witte knikkers worden gepakt.

7. In vaas 1 zitten twee rode, vijf witte en drie blauwe knikkers.
In vaas 2 zitten twee witte, twee blauwe en één groene knikkers.
Er worden uit beide vazen 1 knikker gepakt.
Bereken exact de kans dat er geen blauwe knikkers worden gepakt.