Als hetzelfde twee keer wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort (synoniemen), heet dat tautologie.
Voorbeeld:
Hoewel we de catalogus reeds weken van tevoren al in huis hadden, konden we geen keuze maken.
Altijd en eeuwig, blij en verheugd, eenzaam en verlaten, enkel en alleen, geheel en al, gratis en voor niets, never nooit (niet), nooit ofte nimmer, open en bloot, met pracht en praal...