Quiz methodiek

Hoe verloopt het waarnemingsproces?
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoe verloopt het waarnemingsproces?

Slide 1 - Question ouverte

Prikkel--> Gewaarwording --> verwerking
--> waarneming.
Waarneming
Zintuig 
zien 

Neus
Horen
Voelen en tasten
Tong
Ruiken
Proeven
Ogen 
Oren
De huid en het lichaam

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de drie waarnemingsfouten
A
Identieke waarnemen
B
Verschillend waarnemen
C
Onvolledig waarnemen
D
Onjuist waarnemen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectief observeren is dat je opzettelijk en bewust waarneemt en je richt je op een bepaald doel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verschillende methodieken gebruik je om te observeren?
A
Observatieschema
B
Codeersysteem
C
Voortgangsrapportage
D
Beoordelingsschema

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is subjectief observeren?

Slide 6 - Question ouverte

Je neemt gedachten, gevoelens en meningen mee in de observatie. Je geeft er een eigen interpretatie aan (=betekenis) aan​
Wat is stap 5 van het stappenplan observeren?
A
Orden de gegevens
B
Schrijf de vraagstelling op
C
Rapporteer
D
Voer de observatie uit

Slide 7 - Quiz

Stap 1 Aanleiding van observatie​
Stap 2 Schrijf de achtergrondgegevens op​
Stap 3 Schrijf de vraagstelling op​
Stap 4 Kies de observatiemethode en de hulpmiddelen​
Stap 5 Voer de observatie uit​
Stap 6 Orden de gegevens​
Stap 7 Geef antwoord op de vraagstelling​
Stap 8 Rapporteer​
Bij observeren zijn meningen en gedachten .....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij stap 4 van het stappenplan ga je een observatie methode kiezen. In deze stap leg je vast hoe je gaat observeren. Welke methode pas je toe wanneer je het gedrag beschrijft.

Slide 9 - Question ouverte

KWALITATIEF:​
Je beschrijft het gedrag.

KWANTITATIEF:​
Gedragsinterval: je brengt in beeld hoe VAAK of hoe LANG bepaald gedrag voorkomt met behulp van een observatielijst. 
 ​
Tijdsinterval: Aantal minuten per hele uur observeren in de ochtend. 

Wat is het verschil tussen een
gesloten - en een open observatie?

Slide 10 - Question ouverte

Een open observatie is een kwalitatieve observatie. Je schrijft alles (wat je ziet aan gedrag) op. ​
Een gesloten observatie is een kwantitatieve observatie. Het doel staat vast en ook het gedrag waarop de observatie gericht is. 
Spel aan Huis is een preventief programma voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 1,5 t/m 7 jaar. De spelbegeleiding vindt plaats in de thuissituatie. Een medewerker van Spel aan Huis komt bij Eva thuis om samen te spelen. Om Eva te observeren spelen ze de eerste drie afspraken samen verschillende spellen. Hoe wordt deze vorm van observeren genoemd?
A
Niet-participerend observeren
B
Participerend observeren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedrag wordt beïnvloed door een stimulus en door een respons.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Stimulus is dat wat eraan voorafgaat en respons/consequentie dat wat erop volgt. 
Je let niet alleen op het gedrag maar ook wat eraan voorafgaat en wat erop volgt. 
Objectief waarnemen is er moeilijk. Welke factoren beïnvloeden jou als observator?
(Denk aan situaties/personen)

Slide 13 - Question ouverte

- Kenmerken en de uitstraling van personen v.b. aantrekkelijk/onaantrekkelijke uitstraling 

Welke 21 veranderingen zie je in het volgende filmfragment? 
Schrijf er zoveel mogelijk op 

Slide 14 - Diapositive

Maximaal 1 minuut bekijken. Na 1 minuut laten ze zien wat er veranderd is.

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke twee manieren kan jij je observatie betrouwbaar registreren?

Slide 16 - Question ouverte

1. Specifiek gedrag d.m.v. een observatieformulier v.b. kind-volgsysteem. Nadeel: je kan alleen het gedrag benoemen en geen mogelijkheid omgevingsfactoren te beschrijven en 
2. Breder beeld d.m.v. een beschrijvende registratiemethode. Nadeel: tijdrovend en minder betrouwbaar. 
Een betrouwbare registratie moet aan drie eisen voldoen, namelijk: valide, betrouwbaar en objectief. Wanneer is een observatie valide, betrouwbaar en objectief?

Slide 17 - Question ouverte

Valide: observatie vanuit de vraagstelling en bevat alleen gegevens die met de vraagstelling te maken hebben. 
Betrouwbaar: alleen waarneembaar gedrag en geen interpretaties. 
Objectief: registreer alleen concreet waarneembaar gedrag (zonder een oordeel). 
Op basis van de conclusies uit de observatie schrijf je een .......

Slide 18 - Question ouverte

Handelingsplan en/of plan van aanpak. 
Aan welke inhoudseisen moet een
observatieverslag voldoen?

Slide 19 - Carte mentale

- Persoonlijke gegevens en  achtergrondinformatie van de geobserveerde.
-  aanleiding en doel van de observatie 
- de observatie zelf: de feitelijke resultaten en de interpretatie van de resultaten (analyse)
-conclusie 
-aanbeveling/advies