Quiz Bs 1 t/m 6

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

BS 1: Ademhalen, voeden en uitscheiden behoren bij:

1. Ontwikkelen
2. Voortplanten
3. Stofwisseling
4. De 6 levenskenmerken

BS 1: Wat is een individu?

1. Een levensloop
2. Elk apart organisme
3. Een levenscyclus
4. Er ontstaan nakomelingen.

BS 1: Welk van deze processen zijn levenskenmerken?

1. Alleen ademhalen en groeien
2. Alleen groeien en ontwikkelen
3. Zowel ademhalen, als groeien en ontwikkelen

BS 1: Bij welke organismen komt het levenskenmerk 'uitscheiden' voor?

1. Alleen bij dieren en planten
2. Alleen bij planten
3. Bij alle organismen

BS 1: Wat wordt bedoeld met de

pijlen die een rondje maken?

1. de levensloop van de merel
2. de levenscyclus van de merel
3. de ontwikkeling van de merel

BS 2: De organisatieniveaus van klein naar groot:

1. Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
2. orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
3. weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
4. cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels

BS 2: Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt een orgaan genoemd?

1. Juist
2. Onjuist

BS 2: Cellen zijn de bouwstenen van de organen

1. Juist
2. Onjuist

BS 2: Een groep organen die samenwerken noem je:

1. Organen
2. Orgaanstelsels
3. Samenwerkende cellen
4. Cellen

BS 2: Wat is een weefsel

1. Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
2. de cellen in een orgaan
3. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

BS 2: Van welk organisatieniveau is je maag een voorbeeld?

1. Van het organisatieniveau cel
2. Van het organisatieniveau orgaan
3. Van het organisatieniveau orgaanstelsel
4. Van het organisatieniveau weefsel

BS 2: Het middenrif scheidt de romp in;

1. borstholte en buikholte
2. rug en buik
3. organen en bloedvaten
4. botten en organen

BS 4: Welke stelling is juist?

1. Bijna alle organen zijn opgebouwd uit cellen
2. Alle cellen zien er hetzelfde uit
3. Cellen kun je met het blote oog zien
4. Het celmembraan is een vlies om de cel

Plantaardige cel

Dierlijke cel

Cytoplasma

Bladgroenkorrels

Celwand

Celkern

Grote vacuole

BS 4: Een dierlijke cel heeft een celmembraan

1. Juist
2. Onjuist

BS 4: In welke korrels vindt fotosynthese plaats?

1. Kleurstofkorrels
2. Bladgroenkorrels
3. Zetmeelkorrels
4. Grindkorrels

Wat doen bladgroenkorrels?

Wat doen kleurstofkorrels?

Waar liggen de chromosomen?

Waar bestaan chromosomen uit?

Waar bevat DNA de informatie voor?

Hoeveel chromosomen bevat de kern van elke lichaamscel?

De chromosomen komen voor in?

1. paren
2. los

Sleep naar het goede geslacht:

XX

XY

vrouw 

man

Wat is mitose?