LJ1+LJ2 7.1 deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 7.1 deel 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1: Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ 2: Pak je boek van M&M en open deze op blz 33. Maak stap 1 t/m 5.

Huiswerkcontrole

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel

Aan het einde van de les:

- kun je uitleggen waarom en hoe de landbouwgrond werd uitgebreid;

- weet je hoe de welvaart leidde tot een sterk groeiende cultuur;

Leergebiedoverstijgend doel:

Reflecteren

- Schat in wat nodig is om een leerdoel te beheersen 

- vertel wat de waarde is van de opdracht voor jezelf

Zelfstandig leren

- Zet je voor langere tijd in voor werk wat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of als je afgeleid bent

- Reflecteer tijdens het werken op je gemaakte werk, door na te kijken, verbeteren en te bepalen welke doelen nog geoefend moeten worden

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):

Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Welke mensen woonden veelal aan de grachten?

1. Arbeiders
2. Rijke handelaren
3. Koning en koningin
4. Arme dorpelingen

Rijke burgers gaven ook veel geld uit aan kunst.

1. Juist
2. Onjuist

Wat betekent droogmakerij?

Wie maakt wat:

Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 7 t/m 11 op bladzijde 91 t/m 93.

De rest doet mee met de instructie. 

5. Begeleid inoefenen

Had je alle vragen van de mini-check fout?

--> Intensief arrangement:

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 7 en 8

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 7 t/m 11 op bladzijde 91 t/m 93.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de verdiepingsopdrachten op blz 95

1. Lesopening

LJ 2: Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je wat de provinciale staten zijn.

- weet je meer over de tweede kamer.

Leergebied overstijgende doelen:

Reflecteren

- Schat in wat nodig is om een leerdoel te beheersen 

- vertel wat de waarde is van de opdracht voor jezelf

Zelfstandig leren

- Zet je voor langere tijd in voor werk wat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of als je afgeleid bent

- Reflecteer tijdens het werken op je gemaakte werk, door na te kijken, verbeteren en te bepalen welke doelen nog geoefend moeten worden

3. Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):

Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Wat doen Kamerleden in de tweede kamer?

1. Het maken en controleren van wetten
2. Luisteren naar de koning
3. Met elkaar ruzie maken

In de Tweede Kamer zitten:

1. 150 kamerleden
2. 125 kamerleden
3. 100 kamerleden
4. 75 kamerleden

Wie zitten er in de Tweede Kamer?

1. ambtenaren
2. overheid
3. volks-vertegenwoordigers
4. ministers

Wie maakt wat:

Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 10 t/m 16 op blz. 11 t/m 13.

De rest doet mee met de instructie. 

Provinciale staten

Per provincie is er een groep die vergadert over wat er moet gebeuren in de provincie. Dit noem je de Provinciale Staten. 

De leden van de  provinciale staten worden gekozen door de burgers. De provinciale staten kiezen mensen voor de Eerste kamer.

tweede kamer

Elke vier jaar zijn er verkiezingen voor Tweede Kamer: groep van 150 mensen die door het volk wordt gekozen.

De Tweede Kamer controleert de regering en keurt wetten goed.

De partij met de meeste stemmen krijgt de meeste zetels in de Tweede Kamer.

Referendum

Soms wil een volksvertegenwoordiging direct van de burgers weten hoe ze over iets denken. Alle burgers kunnen dan stemmen (vanaf 18 jaar). Dit is een referendum (volksstemming). 

In Nederland komt dit bijna nooit voor. Sommige gemeentes vragen soms wel in een referendum wat de inwoners willen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over hoe vaak de winkels op zondag open mogen. 

5. Begeleid inoefenen

--> Intensief arrangement: Alle vragen van de mini-check fout:

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 10 en 12.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 10 t/m 16 op blz. 11 t/m 13

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de test jezelf van cursus 1 opdr 1 t/m 4 op blz 40.

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je uitleggen waarom en hoe de landbouwgrond werd uitgebreid?

- weet je hoe de welvaart leidde tot een sterk groeiende cultuur?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je wat de provinciale staten zijn?

- weet je meer over de tweede kamer?

Huiswerk

Huiswerk LJ 1:                                        Huiswerk LJ 2:

Woensdag 13 april                                Woensdag 13 april

7.1 opdracht 7 t/m 11                             7.1 opdracht 10 t/m 16