les 6 thema ademhaling hv1b wo 22 mrt

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Deze les

Terugblik leerdoelen vorige week.   

Uitleg van de vervallen les van afgelopen vrijdag.

Uitleg nieuwe doelen.

Opdrachten maken.

Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 

Welke vragen waren lastig?

 Huiswerk gemaakt?

Welke vragen waren "lastig"?
We bespreken van B2 vraag 8 en 9 klassikaal. En van leren onderzoeken ??

Problemen met de andere vragen 

Dan help ik je individueel tijdens het maken van de opdrachten.

In het diagram is de gemiddelde CO2-concentratie in de lucht van het noordelijk halfrond gedurende de periode van 1958 t/m 2007 weergegeven. Duidelijk is dat er in de loop van de jaren een stijging heeft plaatsgevonden van de CO2-concentratie van de lucht. Bovendien vallen in de grafiek de jaarlijkse schommelingen op. Enkele processen zijn: 1 verbranding van fossiele brandstoffen, 2 fotosynthese. Welk van deze processen kan of welke kunnen bijdragen aan de jaarlijkse schommelingen van de CO2-concentratie van de lucht?

1. Geen van deze processen
2. Alleen proces 1
3. Alleen proces 2
4. De processen 1 en 2

1. Zuurstof
2. Stikstofgas
3. Koolstofdioxde

De stoffen die een mitochondrium gebruikt voor het uitoefenen van zijn functie zijn:

1. Water en zuurstof
2. Zuurstof
3. Water, zuurstof en glucose
4. Glucose en zuurstof

Leerdoelen voor deze week.

1-Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

2-Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator.

3-Je kunt in lucht het verschil in hoeveelheid zuurstof en koolstofdioxide aantonen.

4-Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

5-Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

6-de samenhang zien dmv informatie over mondkapjes.

De eerste hebben we vorige week gedaan, volgende les doen we 3 (proefje) en vandaag 4 en 5.

Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

Je ademt meer stikstof in dan zuurstof. 

De zuurstof (adem je in) wordt in ons lichaam gebruikt en er ontstaat koolstofdioxide (adem je uit).

0

Gaswisseling

Wat wijst nummer 2 aan?

Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?

Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?

Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?

Wat wijst nummer 2 aan?

Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?

Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?

Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?

Luchtpijptakje

Laag

Laag

P = zuurstof

Q = koolstofdioxide

Noteer twee dingen die er voor zorgen dat de gaswisseling snel kan verlopen

-Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Borstademhaling = ribademhaling

Buikademhaling = middenrifademhaling

0

0

Borstademhaling

Tussenribspieren spannen aan, ribben en borstbeen bewegen omhoog, borstholte wordt groter. Tussenribspieren ontspannen, ribben en borstbeen bewegen omlaag, borstholte wordt kleiner.

Buikademhaling

Middenrif trekt samen en beweegt omlaag, borstholte wordt groter. Middenrif ontspant en beweegt omhoog, borstholte wordt kleiner.

Leerdoelen:

-Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator.

-Je kunt in lucht het verschil in hoeveelheid zuurstof en koolstofdioxide aantonen.

-Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

-Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

 

Kun je bereiken door:

-Te lezen / bestuderen de tekst van B3, B4 de samenhang  en lerenonderzoeken 2.

-Te maken: B3 (1.3), B4 (1.4) en de samenhang. 

-Te doen: practicum 2 en 3. 

-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   

-Je kennis  te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Eerst 10 minuten zelf in stilte, daarna mag je overleggen. 

Laatste 5 minuten nog een paar (7) vragen via lessonup.

Afsluiting.

Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e bio les van volgende week. 

Extra uitleg nodig? Meer weten?

Herhaling/extra uitleg

-Ademhalingsstelsel

-Biologiepagina.nl

-Werking Longen (longfonds)

-Gaswisseling (schooltv)

-Borst en buikademhaling

-Koolstofdioxide aantonen

-Fotosynthese

-Fotosynthese en verbranding

Meer weten?

-Corona in je longen 1

-Corona in je longen 2

-Biobits ademhaling en astma

-Roken

-COPD

-Astma

-Over drugs

-Kieuwen; tegenstroomprincipe

-Constante temperatuur vogels; tegenstroom principe

-sportlab: springen

Letter L =

1. Bronchie
2. Long
3. Luchtpijp
4. Strottenhoofd

Letter G =

1. Longblaasje
2. Luchtpijp
3. Luchtpijptakje
4. Strottenhoofd

Wat is de juiste volgorde bij inademen?

1. neusholte- keelholte- strottenhoofd- luchtpijp
2. neusholte- keelholte-luchtpijp- strottenhoofd
3. luchtpijp-neusholte- keelholte- strottenhoofd
4. keelholte-neusholte- strottenhoofd-luchtpijp

Wat is juist?

1. 1: neusholte B : luchtpijp
2. 1: mondholte A: slokdarm
3. 1: neusholte B: slokdarm
4. 1: mondholte A: luchtpijp

De wand van de luchtpijp is verstevigd door kraakbeenringen.

1. Waar
2. Nietwaar

Waar ligt de luchtpijp??

1. Aan de voorkant
2. Aan de achterkant

Wat wordt bij het slikken door de huig afgesloten?

1. de keelholte
2. de luchtpijp
3. de neusholte
4. de slokdarm

In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.