Naamwoorden en lidwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Klaar voor het proefwerk?

Er zijn drie lidwoorden.

1. ja
2. nee

De jongste dochter was op vakantie met het vliegtuig.

1. 1 lidwoord
2. 2 lidwoorden
3. 3 lidwoorden
4. 4 lidwoorden

De

mooie

bloemen

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de ,het, een
2. namen van:mensen, dieren, dingen, planten en eigen namen
3. bijvoeglijke naamwoorden
4. geen idee

'De' 'het' en 'een' noemen we....

1. Lidwoorden
2. Zelfstandig naamwoorden
3. Bijvoeglijk naamwoorden

1. voorzetsel
2. bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord

Gedachte

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

Kast

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

mensen, dieren, dingen, planten, namen en begrippen zijn:

1. zelfstandig naamwoorden
2. bijvoeglijk naamwoorden
3. werkwoorden
4. bezittelijk voornaamwoorden

Lopen, nakijken, gapen, skateboarden en invullen zijn voorbeelden van:

1. bijvoeglijke naamwoorden
2. werkwoorden
3. zelfstandige naamwoorden

MAN, AUTO, SCHOOL, KIND
Dat zijn ............

1. werkwoorden
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. telwoorden
4. zelfstandige naamwoorden

De jongen liep naar school.

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd

Aardrijkskundige namen (Amsterdam, Breda, Duitsland) zijn ook zelfstandige naamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over het.....

1. werkwoord
2. lidwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. persoonsvorm

Zelfstandig naamwoorden zijn dingen die je kunt doen.

1. ja
2. nee

De kat zat zich op de bank te wassen.

1. 1 werkwoord
2. 2 werkwoorden
3. 3 werkwoorden
4. geen werkwoorden

Maak een zin in de tegenwoordige tijd.
Let op hoofdletters, punt en spelling.

Typ twee zelfstandige naamwoorden.

Typ een lidwoord.

Maak een zin met een werkwoord, een zelfstandig naamwoord en een voorzetsel.

Heb je nog vragen?

Ik beheers de stof en heb vertrouwen in mezelf.

1. ja
2. nee
3. een beetje