Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1KGT H3 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Werkwoordspelling
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Doel:
Ik weet hoe ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet ik al?
Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin.
Ik weet dat de persoonsvorm een werkwoord is.
Ik weet dat werkwoorden kunnen vervoegen.
Ik kan het onderwerp vinden in een zin.
Slide 3 - Diapositive
Uitleg
De persoonsvorm en het onderwerp horen bij elkaar.
Om de persoonsvorm te kunnen schrijven moet je weten wie/wat het onderwerp is.
ik loop
jij loopt
wij lopen
Slide 4 - Diapositive
Uitleg
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
ik-vorm
ik-vorm
+ t
hele werkwoord
Slide 5 - Diapositive
Uitleg
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
PV OW
ik-vorm -->
IK
bij pv of
JIJ
achter
pv
ik-vorm + t --> Enkelvoud (jij, hij, het vliegtuig, enz.)
hele werkwoord --> meervoud (jullie, ons, vliegtuigen)
Slide 6 - Diapositive
Ezelsbruggetje
Vervang de pv in de tegenwoordige tijd door 'smurfen'.
Hoor je een 't' dan schrijf je 'm ook.
Hij
word/wordt
morgen 14 jaar.
Hij
smurft
morgen 14 jaar.
Hij wordt morgen 14 jaar.
Slide 7 - Diapositive
Noteer de ik-vorm:
vallen
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de ik-vorm:
groeten
Slide 9 - Question ouverte
Noteer de ik-vorm:
schrijven
Slide 10 - Question ouverte
Noteer de ik-vorm:
verbergen
Slide 11 - Question ouverte
Noteer de ik-vorm:
lezen
Slide 12 - Question ouverte
Die aanpak (lukken) altijd volgens de docent.
A
luk
B
lukt
C
lukken
Slide 13 - Quiz
Ik (rennen) vijf kilometer in een uur.
A
ren
B
rent
C
rennen
Slide 14 - Quiz
De bejaarde man (wandelen) op de snelweg.
A
wandel
B
wandelt
C
wandelen
Slide 15 - Quiz
De auto met kapotte remmen (rijden) de etalage in.
Slide 16 - Question ouverte
Mijn buurmeisje (vinden) altijd wel wat op de markt.
Slide 17 - Question ouverte
(Raden) je het altijd goed?
Slide 18 - Question ouverte
Ik (branden) mijn vingers aan de oven.
Slide 19 - Question ouverte
De boeren (staken) woensdag weer.
Slide 20 - Question ouverte
Vragen?
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 10 Werkwoordspelling herhaling alle vormen
Novembre 2020
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden vervoegen
Mars 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
spelling blok 1 (opdr 1 tm 4 RvL)
Septembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Vraag 8 - grammatica
Novembre 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Tegenwoordige tijd - persoonsvorm nef 9 februari
Février 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, mavo
Leerjaar 1,2
Tegenwoordige tijd - persoonsvorm nef 9 februari
il y a 4 jours
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, mavo
Leerjaar 1,2