gramm. opdr 13 tm 16 (SLR)

Voorzetsels 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Voorzetsels 

Slide 1 - Diapositive

lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat een voorzetsel is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

...de vogelkooi

Slide 4 - Carte mentale

... het feest

Slide 5 - Carte mentale

Uitleg
  • voorzetsels zijn woorden zoals                                                                                                      op, in, naast, voor, achter na, bij, tijdens enz.

  • Je gebruikt ze niet los maar altijd samen met een ander woord. Meestal een zelfstandig naamwoord.
                 op tafel, uit school, door mij

Slide 6 - Diapositive

Vul het juiste voorzetsel in.
Ik ben ... bezoek.
A
bij
B
in
C
op
D
na

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in.

... het huis loopt een Shetlandpony.

Slide 8 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in. Kies uit:
aan - achter - in- met - op - over - tegen - van - voor.

De klusjesman ging onmiddellijk … de slag.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
maak opdracht 13 tm 16
blz 218-220

We kijken samen even naar opdracht 16. 

Slide 11 - Diapositive