Methodisch begeleiden les 3

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe was jullie weekend?
Hoe komt het nieuws binnen dat we dicht blijven tot 9 februari?

SMART waar staat dit voor?

Doel van deze les?

SMART doelen bedenken en verzinnen en oefenen

Aan het eind van deze les heb je begrepen wat je met deze opdracht moet doen. 

Heb ik deze doelen SMART omschreven?

Een kind kan met een spel moeilijk omgaan met zijn verlies.
Jij begeleidt hem op het gebied:

1. Cognitief
2. Fijne motoriek
3. Sociaal-emotioneel
4. Grove motoriek

Een kind heeft moeite met de pengreep. Er is sprake van begeleiding op dit gebied:

1. Cognitief
2. Fijne motoriek
3. Sociaal-emotioneel
4. Grove motoriek

Een kind heeft moeite met het automatiseren van rekensommen. Hij heeft begeleiding nodig op dit gebied:

1. Cognitief
2. Fijne motoriek
3. Sociaal-emotioneel
4. Grove motoriek

Een kind heeft moeite met veter strikken. Hij heeft begeleiding nodig op het gebied

1. Cognitief
2. Fijne motoriek
3. Grove motoriek
4. Sociaal Emotioneel

Een kind heeft moeite om te huppelen. Hij heeft begeleiding nodig op het gebied

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek
3. Cognitief
4. Sociaal Emotioneel

Doelen  in je begeleidingsplan

Drie tussendoelen

Eén einddoel

SMART geformuleerd

Bedenk een doel

Bedenk een doel wat uitvoerbaar is en formuleer deze SMART.