Zelfstandig werken/huiswerk
1. Kies drie argumenten uit je bronnen.
2. Begin met het sterkste argument en schrijf een hele alinea met als deelonderwerp dat argument.
4. Doe dat nogmaals voor één van de andere argumenten.
5. Het laatste argument dat je gevonden hebt, is het minst sterke en kun je achterwege laten.
6. Zoek een tegenargument en haal ook de weerlegging uit de tekst. Als je deze niet kunt vinden, mag je zelf de weerlegging geven.
7. Wissel je tekst uit met een klasgenoot uit jouw groepje en vergelijk jullie alinea's. Hebben jullie dezelfde argumenten? In dezelfde volgorde? Wier of wiens tekst is de meest overtuigende?
8. Schrijf (thuis) je middenstuk af en zorg dat dit vóór a.s. donderdag met mij gedeeld is via de Drive. Maak je bouwplan af.