Retail en styling; herhaling van H 1, 2 en 3

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Retail en styling 

herhaling van H 1, 2 en 3

Een ander woord voor consument is:

Producten kunnen goederen of diensten zijn. Wat is het verschil?

Wat is een doelgroep?

1. Klanten met dezelfde leeftijd
2. Klanten met dezelfde kenmerken
3. De klanten die bij je komen kopen
4. Klanten die jou producten leuk vinden

Wat zijn de voordelen van een webshop?

De marketingmix (de 6 p's)

Hoe krijg je aandacht voor het product?

Op welke manier maak je reclame?

Wat wordt er verkocht?

Welke merken?

Uitgebreid assortiment?

Hoe wordt het verpakt?

Hoe worden producten gepresenteerd?

Hoe staan ze uitgestald?

Hoe ziet de etalage eruit?

Wat voor mensen werken er?

Zijn ze deskundig, beleefd en servicegericht?

Welke prijs krijgt het?

Hoge prijs en luxe imago?

Of juist budgetprijzen?

Welke kortingsacties?

Waar is het te koop?

Via internet of in de winkel?

In stadscentrum of daarbuiten?

Prijs

presentatie

product

personeel

plaats

promotie

Wat is de betekenis van het woord
Branches?

1. alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
2. succes
3. begrijpt goed
4. zonder iets te doen

Winkel waar artikelen uit allerlei branches worden verkocht

Winkel met lagere inrichting, sobere inrichting en weinig service

Winkel waar een grote verscheidenheid aan levensmiddelen wordt verkocht 

Winkel met een klein aantal assortimentsgroepen waarbij het assortiment diep en smal is

Een winkel in een winkel

Tijdelijke winkel

Warenhuis

Discounter

Supermarkt

Speciaalzaak

Pop-up store

Shop-in-shop

Noem twee productgroepen bij de HEMA

De Gamma (bouwmarkt) heeft een....... assortiment

1. breed+ondiep
2. breed+ diep
3. smal +diep
4. smal+ondiep

Wat voor assortiment?

1. breed en diep
2. smal en diep
3. breed en ondiep
4. smal en ondiep

Een kaaswinkel heeft een....... assortiment

1. breed+ondiep
2. breed+ diep
3. smal +diep
4. smal+ondiep