Scheikunde Mavo3 1.4 Mengsels

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 1.4
Mengsels
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 1.4
Mengsels

Slide 1 - Diapositive

Soorten mengsels
 3 verschillende soorten mengsels kennen:
    - Oplossing
     - Suspensie
- Emulsie

Slide 2 - Diapositive

3 belangrijke mengsels
suspensie
oplossing
emulsie

Slide 3 - Diapositive

Oplossing= oplosmiddel + opgeloste stof
oplosmiddel   
bijvoorbeeld: water, alcohol, wasbenzine, aceton

De opgeloste stof kan zijn een
vaste stof, vloeistof of een gas, 
Een oplossing is altijd helder,
doorzichtig en kan gekleurd zijn!

Slide 4 - Diapositive

Oplosmiddel
Oplossingen 
De vloeistof waarin een bepaalde stof is opgelost is het oplosmiddel.  
Water wordt hiervoor het meest gebruikt.


Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden van oplossingen zijn: 

drinkwater, suikerwater, pekel, limonade, wijn, bier, jenever, spiritus, azijn en lucht. 
 
 
Voorbeeld: glucose in water oplossen  
glucose (s) → glucose (aq)  
  

Slide 6 - Diapositive

oplossing
Oplossing:
  • Een vaste stof lost volledig op in een oplosmiddel. Bv: suiker in water of zout in water.

  • Een vloeistof mengt volledig met een oplosmiddel. Bv: alcohol in water(spiritus) en waterstofperoxide in water (haar bleekmiddel) en azijnzuur in water (azijn).

  • Een gas mengt volledig met een oplosmiddel. Bv: koolstofdioxide in water  (in bier en cola).(spuitwater)

Kenmerken van een oplossing:
  • Helder.
  • Doorzichtig.
  • Kan gekleurd zijn.

Slide 7 - Diapositive

De temperatuur van het oplosmiddel beïnvloedt de oplosbaarheid

hoge temperatuur:  vaste stoffen lossen beter op,
                                     gassen lossen slechter op.

lage temperatuur: vaste stoffen lossen slechter op,
                      gassen lossen beter op.

Slide 8 - Diapositive

Als de temperatuur van het oplosmiddel wordt verhoogd, wat gebeurt er dan met de oplosbaarheid?

Slide 9 - Diapositive

suspensie

Slide 10 - Diapositive

Suspensie = troebel

Slide 11 - Diapositive

Suspensie
Een mengsel van een vloeistof en niet opgeloste vaste stof, noem je een suspensie.
Een suspensie is altijd troebel 
Wat wil dat zeggen?

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van een suspensie:
  • Suspensie is altijd troebel.
  • Er zweven overal vaste stofdeeltjes (niet opgelost) in de vloeistof.
  • Als een suspensie een tijdje blijft staan, zakken alle vaste stofdeeltjes naar de bodem (=bezinken).

Slide 13 - Diapositive

Suspensie = troebel

Vaste stof opgelost in een vloeistof


Slide 14 - Diapositive

Oplossing (Thee)
Suspensie (Krijt in water)
Welke verschillen zie je tussen de beide mengsels?

Slide 15 - Diapositive

Resumerend
(kort samengevat)
blauw = oplossing
rood = emulsie
wit = suspensie

Slide 16 - Diapositive

Voorbeelden van suspensies: 
  Verf   = een suspensie van kleurstoffen in water of terpentijn  
 
Roomijs (bevroren) = een suspensie van microscopische 
      (vaste) ijskristallen in room  
 
Sinaasappelsap = een suspensie van vruchtvlees in 
      vruchtensap  
 
Appelsap   = een suspensie van o.a. appels en water. 
 
Krijtwater   = een suspensie van fijnverdeeld krijt in water. 
 
Modder   = een suspensie van zand en water. 
 
Klei      = steendeeltjes in water 
 

Slide 17 - Diapositive

Oplossingen
  • Helder en doorzichtig
  • Kleurloos of gekleurd
  • Mengsel vaste stof met vloeistof. 
  • Mengsel vloeistof met een vloeistof. 
  • Mengsel gas met een vloeistof
Suspensies



  • Troebel
  • Altijd gekleurd of wit
  • Mengsel niet opgeloste vaste stof en een vloeistof

Slide 18 - Diapositive

Emulsie

Slide 19 - Diapositive

Emulsie
  • Mengsel verschillende vloeistoffen (water en olie/vet)
  • Troebel
  • Emulgator, nodig om te mengen (zonder emulgator is het tweelagensysteem)

Slide 20 - Diapositive

Voorbeelden emulsies:
  • Boter
  • Mayonaise
  • Zonnebrandcreme
  • Halvarine, 
  • crème, gesmolten roomijs en melk

Al deze emulsies bevatten een emulgator om goed gemengd te blijven

Slide 21 - Diapositive

- Olie
- Water
Emulsie

Slide 22 - Diapositive

- Olie
- Water
Emulsie
Ontmengen
Emulsie

Slide 23 - Diapositive

- Olie
- Water
Emulsie
Ontmengen
Emulgator
Emulsie

Slide 24 - Diapositive

emulgator
Een emulgator zorgt ervoor, dat een emulsie niet gaat ontmengen.

Voorbeeld:
eigeel (in mayonaise)

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Zeep
Met enkel water kan veel worden schoongemaakt, maar soms heb je aan alleen water niet genoeg! Bijvoorbeeld als je vette handen hebt, dit komt doordat vetten en oliën niet met elkaar mengen... Zeep kan uitkomst bieden, want...   
zeep is een emulgator

Slide 27 - Diapositive

emulgator
Een emulgator zorgt ervoor, dat een emulsie niet gaat ontmengen.

voorbeelden:
zeep
eigeel (in mayonaise)

Slide 28 - Diapositive

Een suspensie is
A
helder.
B
troebel.

Slide 29 - Quiz

Welk mengsel is verf?
A
een oplossing
B
een suspensie
C
een emulsie

Slide 30 - Quiz

Welk mengsel is mayonaise?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 31 - Quiz

Cola is een
A
suspensie.
B
oplossing.

Slide 32 - Quiz

Modderwater is een
A
suspensie.
B
oplossing.
C
emulsie.

Slide 33 - Quiz

Een oplossing is altijd
A
helder.
B
toebel.

Slide 34 - Quiz

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 35 - Quiz

Een gezichtsmasker is een
A
suspensie.
B
emulsie.
C
oplossing.
D
nevel.

Slide 36 - Quiz

Een emulsie is troebel en..
A
geel.
B
gekleurd.
C
wit.
D
doorzichtig.

Slide 37 - Quiz

Spa rood is een
timer
0:10
A
suspensie.
B
emulsie.
C
oplossing.
D
nevel.

Slide 38 - Quiz

Olie met azijn is een
A
oplossing.
B
suspensie.
C
emulsie.

Slide 39 - Quiz

Thee is een voorbeeld van een
A
emulsie
B
oplossing
C
suspensie

Slide 40 - Quiz

Slagroom is een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
geen van deze

Slide 41 - Quiz

Melk is een voorbeeld van een
A
emulsie.
B
oplossing.
C
suspensie.

Slide 42 - Quiz

Welk mengsel is alcohol in
water?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 43 - Quiz

Helder zeewater is een
A
suspensie.
B
emulsie.
C
oplossing.
D
legering.

Slide 44 - Quiz

Slootwater is een
A
suspensie.
B
emulsie.
C
oplossing.
D
schuim.

Slide 45 - Quiz

Welke figuur hoort bij een
water-in-olie emulsie
A
B

Slide 46 - Quiz

Hoe noem je het afwasmiddel?
A
Emulsie
B
Emulgator

Slide 47 - Quiz

Welk mengsel?
Vruchtenconcentraat in
water
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 48 - Quiz

Welke stof is geen emulgator?
A
zeep
B
eigeel
C
vet

Slide 49 - Quiz

Huiswerk H1.4
Maken opdracht: 1 t/m 12

Slide 50 - Diapositive