1. Inleiding

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Toezicht

Periode 3

Onderwijsassistent jaar 1

Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk:
Thema 15, paragraaf 15.5 (Pedagogisch klimaat)

Boek Pedagogisch Werk 1: Thema 17, paragraaf 17.3 (Pesten)

Programma

Wat is toezicht houden?

Doel van de lessen

Pesten en plagen

Uitleg opdracht 35: Hoe voorkom ik pesten op het plein?

Toezicht houden

Waar gaat het dan om?

Wat is jouw ervaring tot nu toe met toezicht houden?

Doel

Je kunt toezicht houden bij het vrij (buiten) spelen en zorgt daarbij voor een veilig pedagogisch klimaat. 

Je hebt vooral oog voor signalen van pesten en weet die signalen met de leerkracht te bespreken

Wat is het verschil tussen pesten en plagen?

Signalen dat een kind 

misschien gepest wordt

• Mag niet meedoen bij spelletjes of wordt als laatste gekozen
•  Schoolprestaties gaan achteruit
• Vermijdt de speelplaats of blijft in de buurt van de leraar tijdens pauzes.
• Ziet er ongelukkig, depressief en/of gestrest uit
• Klaagt over buikpijn, hoofdpijn
• Bezittingen worden afgenomen of verstopt
• Wordt uitgelachen, onvriendelijk benaderd 
• Is vaak ziek of afwezig

Wat is een veilig pedagogisch klimaat?

Omgeving waarin kinderen zich veilig en vertrouwd voelen.

Maar waardoor voelen kinderen zich veilig en vertrouwd?

Opdracht 35
Hoe voorkom ik pesten op het plein? 

Examen 6, opdracht 6

Periodewijzer periode 3 en 4
Onderwijsassistent 2021-2022

Blz. 39 - 41

Je gaat vier keer toezicht houden bij het vrij (buiten) spelen/begeleidingsmomenten om signalen van pesten te benoemen en herkennen. Je bespreekt eerst met je praktijkbegeleider op welke momenten dat zal zijn. Vervolgens vraag je elke keer feedback , die je gebruikt om het de volgende keer beter te doen.  Na de vierde keer vraag je aan de praktijkbegeleider om je beoordelingsformulier in te vullen.

Hoe kan jij zorgen dat de kinderen zich veilig voelen op het schoolplein?

Hoe kan een school zorgen dat kinderen zich veilig voelen op het schoolplein.

Pesten begint vaak op het schoolplein en gaat vervolgens digitaal verder

https://www.stoppestennu.nl/veilig-voelen-op-het-schoolplein-po

Wat kom je in de praktijk tegen?

Hoe reageer je op pestgedrag?

• Erken dat pesten bestaat/voorkomt in groepen
• Neem een signaal (of als een kind of ouder iets zegt) altijd serieus
• Ga in gesprek met alle betrokkenen
• Bespreek altijd met het kind wat vervolgstappen (kunnen) zijn
• Maak afspraken met de betrokken kinderen en volg op hoe het daarna verder gaat. 

Wat kun je in de groep doen?

• Spreek omgangsvormen en gedragsregels af met de groep 
• Werk aan het groepsgevoel
• Bouw ook een indiviuele band op met de kinderen in de groep
• Heb aandacht voor sociaal-emotionele vaardigheden (empathe, zelfbeheersing, vriendschappen aangaan en onderhouden)
• Heb aandacht voor weerbaarheid 

Noem verschillende manieren van pesten

Waarom kunnen de gevolgen van cyberpesten
groter zijn dan bij 'gewoon' pesten?

Grotere gevolgen Cyberpesten

• Je kunt je moeilijker verdedigen.
• Het is een publieke vernedering.
• Het blijft actief omdat het lastig is om iets van internet te verwijderen.

Apen pesten ook!

Bekijk het filmpje.

Reflecteer met de leerlingen op het fragment. Wat hebben jullie gezien? Wat gebeurde er? Is dit plagen of pesten? Werd het baby-aapje verdedigd? Kwam het aapje voor zichzelf op? Wat voor effect had dat? Etc.

Toch is er een belangrijk verschil tussen mensen en dieren. Bij mensen kan plagen uit de hand lopen, dan wordt het pesten. Dit gebeurt bij dieren vaak niet/nauwelijks.

Dieren stoppen bij een bepaalde 'plaag-grens', doen ze dit niet dan grijpt de leider de van de groep in.

Wij leven niet in groepen met één leider. Bij mensen kan iedereen opstaan en iets doen tegen pesten.

Om te weten wat je kunt doen, is het belangrijk te snappen wat er gebeurt bij pesten.

Ben jij wel eens gepest?

1. Ja!
2. Nee!

Heb jij wel eens
iemand gepest?

1. Ja...
2. Nee!

4 partijen

Verwerkingsopdracht