Vaste tekststructuren 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Vaste tekststructuren

In deze les leer je dat teksten vaak een vaste structuur hebben. 

Lees tekst 1 op blz. 98 van je havo-boek. 

LINK

Wat is het onderwerp van tekst 1?

Uit welke alinea's bestaat het middenstuk? Noteer alleen de getallen.

Wat staat er in het middenstuk?

1. argumenten bij het standpunt uit de inleiding
2. een antwoord op een vraag uit de inleiding
3. oplossingen voor het probleem uit de inleiding

Drie tekststructuren

Een tekst heeft altijd een vaste opbouw: inleiding-middenstuk-slot.

• Als in de inleiding een probleem wordt genoemd, gaat het middenstuk over gevolgen, oorzaken en oplossingen.
• Als in de inleiding een verschijnsel wordt genoemd, gaat het middenstuk over kenmerken, voorbeelden en oorzaken en gevolgen.
• Als in de inleiding een vraag wordt gesteld, gaat het middenstuk over de antwoorden.

Teksten zijn verdeeld in drie stukken: inleiding, middenstuk en slot.

1. juist
2. onjuist

Teksten hebben een vaste structuur.

1. juist
2. onjuist

Een bekende structuur is de geven/nemenstructuur.

1. juist
2. onjuist

Een andere bekende structuur is de verklaringstructuur.

1. juist
2. onjuist

Een tekst met een vraag/antwoordstructuur geeft de vraag in de kern.

1. juist
2. onjuist

Een tekst met een probleem/oplossingstructuur geeft de beste oplossing in het slot.

1. juist
2. onjuist

Een tekst met een verklaringstructuur geeft in het slot een samenvatting.

1. juist
2. onjuist

Een tekst met een argumentatiestructuur geeft de beste oplossing in het slot.

1. juist
2. onjuist

Opdracht 2

Lees tekst 2 op blz. 99 van je havo-boek. 

LINK

Wat is het onderwerp van tekst 2?

Wat is het schrijfdoel van de auteur? (tekstdoel)

Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding? Noteer alleen de nummers

Uit welke alinea('s) bestaat het slot? Noteer alleen de nummers

Gebruik het volgende woord in een zin: 'denderen'

Gebruik het volgende woord in een zin: 'geleidelijk'

Gebruik het volgende woord in een zin: 'aanvankelijk'

Gebruik het volgende woord in een zin: 'vergen'

Gebruik het volgende woord in een zin: 'intensief'

Wat betekent de titel van de tekst 'Gehoorbeschadiging: een sluipend gevaar'?

Wat bedoelt de auteur met 'een sociaal probleem' (alinea 2)?

Onder welke twee omstandigheden hebben de zintuigcellen de meeste kans op blijvende schade?

Hoe lang zou je eigenlijk in een discotheek (zonder uitschieters) moeten blijven om geen gehoorschade op te lopen? (alinea 4)

Op welke twee manieren kan het geluid van een mp3-speler of iPod worden verminderd?

Welke drie tips staan er in de tekst om de gehoorschade te beperken?

Welke structuur heeft deze tekst?

1. probleem/ oplossingstructuur
2. verklaringstructuur
3. vraag/antwoordstructuur

Welke drie tekststructuren ken je?