Herhaling ww-spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vandaag:

Deel 1: herhaling werkwoordspelling

Deel 2: herhaling zinsontleding

werkwoordspelling

1. De oude man verstuurt de brief.
2. De oude man verstuurd de brief.

(Worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?

1. Word
2. Wordt

.... (vinden) jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?

1. Vindt
2. Vind

Het gebeur... nog te vaak dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt

De docent (beoordelen) ons op onze kennis van werkwoordspelling.

1. beoordeeld
2. beoordeelt

werkwoordspelling

1. Hij bediend
2. Hij bedient
3. Hij bediendt

Spelling werkwoorden, H1

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Bij de spelling van de pvtt ga je uit van de ik-vorm.

Hoe vind je de ik-vorm?

De ik-vorm vind je door van het hele werkwoord (de infinitief) de laatste twee letters (-en) weg te laten. 

Bijvoorbeeld: wandelen --> wandel

• Soms moet je een letter weglaten of toevoegen:

zetten - zet of lopen - loop

• Soms moet je een letter veranderen:

reizen - reis of verven - verf

Zo schrijf je de pvtt:

1. Gisteren ... (rijden) de trein volgens schema; Quinta ... (komen) daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.

2. De journalist ... (houden) zich aan zijn afspraak: hij ... (brengen) een souvenir voor zijn tachtigjarige oma mee uit Zuid-Afrika.

3. In Afrika ... (zien) wij iets unieks: een luipaard ... (verslinden) een leeuw.

4. Tijdens zijn debuut in het eerste elftal ... (mogen) Yassine een penalty nemen; zijn team ... (winnen) daardoor de wedstrijd.

5. De voetballers ... (eten) na de wedstrijd eerst samen een patatje in de kantine; daarna ... (vertrekken) ze pas naar de kleedkamer.

6. De legendarische voetballer ... (geven) commentaar op de wedstrijd van het Nederlands elftal; zijn woorden ... (klinken) logisch.

Sterke werkwoorden

De sterke werkwoorden veranderen van klank als ze van tijd veranderen.

Persoonsvorm verleden tijd

1. Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
2. Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.

Persoonsvorm verleden tijd

1. Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
2. Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.

Zwakke werkwoorden

De verleden tijd van zwakke werkwoorden spel je zo:

enkelvoud	ik-vorm + -de	ik-vorm + -te
ik/jij/hij/zij	speel de , herhaal de	lust te , fiets te

meervoud	ik-vorm + -den	ik-vorm + -ten
wij/jullie/zij	speel den , herhaal den	lustten, fiets ten

Zwakke werkwoorden

Rustig op de bus ... (wachten) heeft Nico zijn nieuwe gadget ... (testen).

Heeft Amber de winkeldiefstal tegenover de politie ... (ontkennen)?

Vorige week zijn alweer drie oude dametjes in het winkelcentrum ... (beroven).

Theorie: voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord (vd): geeft aan dat een handeling is afgerond (=voltooid). 
Vorig jaar is Mehmet naar Turkije gevlogen. 

Spelling:

- eindigt op -en --> wij hebben heerlijke couscous gegeten.

- of eindigt op -d of -t. --> Guido heeft zaterdagavond geklaverjast. Marijke heeft haar konijn verwaarloosd. 

Theorie: voltooid deelwoord

Hoe weet je of een voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?

• Je kunt het woord 'langer maken'. Je hoort of je het woord met een -t of een -d moet schrijven. Voorbeeld: kamperen --> kampeerde --> gekampeerd 
• Je gebruikt 'T eXKoFSCHiP / 'T eXFoKSCHaaP. 

       

- kamperen. Voor -en staat een -r. De -r zit niet in 't KoFSCHiP. De laatste letter van het woord is       een -d --> gekampeerd. 
- klaverjassen. Voor -en staat een -s. De -s zit wel in 't KoFSCHiP. De laatste letter van het woord   

   is een -t --> geklaverjast. 

Theorie: onvoltooid deelwoord

Onvoltooid deelwoord (od): geeft aan dat een handeling nog bezig is (=onvoltooid --> niet afgerond).

Vrolijk lachend stapten de kinderen uit de bus.

Spelling:

- hele werkwoord + d: juichen --> juichend 

Gebiedende wijs

1. Bindt dit touw vast!
2. Bint dit touw vast!
3. Bintd dit touw vast!
4. Bind dit touw vast!

Wat is de gebiedende wijs?

1. Wees eens rustig.
2. Morgen kom je om 8 uur op school.

Gebiedende wijs

• De gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, aansporingen of verzoeken uit te drukken.
  
• De gebiedende wijs bestaat uit de ik-vorm.
  
  Ga nu naar huis!
  Maak je huiswerk!

Niemand herkende de als Pippi Langkous ... (verkleden) meisjes.

Jaagt de politie nog steeds op de ... (vluchten) bankrover?

Genoten de gasten van de door Jonnie bereide/bereidde maaltijd?

1. bereide
2. bereidde

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. 

• Soms moet je een -e achter het woord zetten.
  branden (inf.) - verbrand (vd) - het verbrande hout
  brandend (od) - het brandende hout
  verwoesten (inf.) - verwoest (vd) - het verwoeste huis

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

• Soms moet je  voor de uitspraak -tt- of -dd- schrijven:
  bezetten (inf.) - bezet (vd) - de bezette stoel
  bekladden (inf.) - beklad (vd) - de bekladde muur

Je schrijft het bijvoeglijk naamwoord dus zo kort mogelijk!!!

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Als een voltooid deelwoord op -en eindigt (bijvoorbeeld gelopen), dan blijft dit hetzelfde als het een bijvoeglijk naamwoord wordt (de gelopen race). 

verliezen (inf.) - verloren (vd.) - de verloren wedstrijd