Het ontstaan van de kalender

Het ontstaan van de kalender
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het ontstaan van de kalender

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1.   Je begrijpt hoe de kalender ontstaan is.


3. je weet waarom en wanneer er een schrikkeljaar is

4. Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is een kalender
     te hebben.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Lien

Wat is waar?
A
De aarde draait om haar eigen as.
B
De maan draait om haar eigen as.
C
De aarde draait niet om haar eigen as.
D
De maan draait niet om haar eigen as.

Slide 5 - Quiz

Wie draait nou om wie?
A
De aarde draait om de maan.
B
De maan draait om de aarde.
C
De aarde en de maan draaien om de zon.
D
De zon draait om de aarde en de maan.

Slide 6 - Quiz

Hoe komt het dat je de maan soms zo goed verlicht ziet?
A
Omdat de maan licht geeft.
B
Omdat de aarde de maan verlicht.
C
De zon verlicht de maan.
D
Satelieten in de ruimte verlichten de maan.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Wat is waar?
A
De zon 'komt op' in het oosten en gaat onder in het westen.
B
De zon 'komt op' in het westen en gaat onder in het oosten.

Slide 9 - Quiz

Wat is de zon eigenlijk?
A
Één hele grote vlam
B
Een ster
C
Een enorme gasbol
D
Heel veel vuurtjes bij elkaar

Slide 10 - Quiz

Wat betekent
"De langste dag" ?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Lien

Wat is een schrikkeljaar?
A
Een jaar met 364 dagen
B
Een jaar met 365 dagen
C
Een jaar met 366 dagen
D

Slide 14 - Quiz

Waar komt het woord schrikkel in schrikkeljaar vandaan?
A
Scricken (Met grote passen lopen)
B
Schrikken (onrust krijgen)
C
Schriel (mager)
D
Strikken (vastmaken)

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Schrikkeleeuw
In de Juliaanse kalender, is ieder jaartal dat deelbaar is door 4 een schrikkeljaar. Het gemiddelde kalenderjaar telt daardoor exact 365,25 dagen. Een tropisch jaar duurt echter ongeveer 365,2422 dagen. De Juliaanse datum loopt op die manier per duizend jaar ongeveer 7,8 dagen achter op de zon. 
In de Gregoriaanse kalender is het systeem van schrikkeljaren aangepast om dit probleem op te lossen. Elk jaartal dat deelbaar door 4 is een schrikkeljaar, behalve als het jaartal wel deelbaar is door 100, maar niet door 400. Dat betekent dat bijvoorbeeld 1600, 2000 en 2400 schrikkeljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100, 2200 en 2300 niet.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo


Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt

Slide 19 - Quiz

hoeveel dagen zitten er in een schrikkeljaar?
A
364
B
365
C
366
D
367

Slide 20 - Quiz

Hoe vaak komen schrikkeljaren voor?
A
Eens in de 2 jaar.
B
Eens in de 4 jaar.
C
Eens in de 10 jaar.
D
Eens in de 16 jaar.

Slide 21 - Quiz

Hoeveel dagen zitten er in een maand? 


Kijk op de volgende slide.....

Slide 22 - Diapositive

Trucje voor de maanden
  • Knokkels (31 dagen)
  • Kuiltjes (30 dagen)

Slide 23 - Diapositive

Het einde der tijden......?

Slide 24 - Diapositive