Grammatica: ng of wg?

Grammatica
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde

 Alle werkwoorden uit de zin.


Bijvoorbeeld:

 Joost heeft de hele dag staan klussen.




Slide 2 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
• Bestaat uit een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel. Het werkwoordelijk deel bevat alle werkwoorden uit de zin.

• Een van deze werkwoorden is een vorm van een koppelwerkwoord.

Slide 3 - Diapositive

Theorie

Slide 4 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
In zinnen met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp!

Slide 5 - Diapositive

Koppelwerkwoord
Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Oefeningen
Maak de volgende oefeningen op Cambiumned.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien