Week 39 Les 3 Taalverzorging 1 +2 (h2 + h4) en droomweekend

Nederlands
Taalverzorging en droomweekend
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Taalverzorging en droomweekend

Slide 1 - Diapositive

Lezen

Slide 2 - Diapositive

Blok 2

Grammatica: persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, zinsdelen 
werkwoord, zelfstandig naamwoord, lidwoord, voorzetsel, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord, wederkerend en wederkerig voornaamwoord 

Spelling: hoofdletters

Formuleren: hoofdletters en leestekens gebruiken, verwijswoorden, signaalwoorden

Taalbewustzijn: synoniemen, antoniemen, homoniemen, homofonen, taalvariatie

Blok 4

Grammatica: meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling
vragend voornaamwoord



Spelling: komma, directe en indirecte rede 

Formuleren: signaalwoorden (opsomming, tegenstelling, reden, voorbeeld en middel-doel), komma's op de juiste plaats, citeren, gevoelswaarde van woorden


Taalbewustzijn: taalverandering, leenwoorden


Slide 3 - Diapositive

Zinsdelen

Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Zin in zinsdelen verdelen
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Diapositive

Woordsoorten

Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Vragend voornaamwoord

Slide 5 - Diapositive

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Wat is de persoonsvorm?

Slide 6 - Question ouverte

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 7 - Question ouverte

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Wat is het onderwerp van deze zin?

Slide 8 - Question ouverte

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Kopieer de zin en zet de zinsdeelstrepen op de juiste plek.

Slide 9 - Question ouverte

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Wat is het lijdend voorwerp van deze zin?

Slide 10 - Question ouverte

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Wat is het meewerkend voorwerp van deze zin?

Slide 11 - Question ouverte

Bijwoordelijke bepaling
Als je de zin tot nu toe goed hebt ontleed, is alles wat overblijft bwb.

Het kan dus zijn dat je geen bwb hebt, maar ook dat je 10 bwb's hebt.

Slide 12 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
Check:

Geeft het zinsdeel antwoord op één van dit soort vragen?
  • waarom
  • wanneer
  • hoe
  • waar
  • waarmee
(dus w- en h-vragen behalve wie en wat, want die heb je al gebruikt bij het ow, lv en mv)

Slide 13 - Diapositive

Sara bewaarde haar dagboek onder haar bed.

Wat is de bijwoordelijke bepaling van deze zin?

Slide 14 - Question ouverte

Maken
 blz. 108
opdracht 2 en 3e

Klaar? Verder werken aan je droomweekend! 

Slide 15 - Diapositive