leestekens

leestekens.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6,7

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

leestekens.

Slide 1 - Diapositive

Welke leestekens gebruik jij al?

Slide 2 - Question ouverte

Vandaag gaan we bezig met de leestekens…

; en : 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wanneer gebruiken we ;
Een puntkomma lijkt een beetje op een punt en een beetje op een komma.
Je schrijft een puntkomma tussen twee zinnen.

Eigenlijk sluit je de eerste zin af, maar tegelijkertijd laat je zien dat de zin iets te
maken heeft met de zin die daarna komt.

Na een puntkomma komt altijd een spatie. Voor de puntkomma juist niet

Slide 5 - Diapositive

Ik denk dat jij dit ook kan;
laat maar eens zien.

Slide 6 - Question ouverte

hoe zit het dan 
met de dubbele punt ?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wanneer?
Een dubbele punt wordt gebruikt om te laten zien dat er een opsomming komt.
Na een dubbele punt komt altijd een spatie. Voor de dubbele punt juist niet.
Een dubbele punt wordt gebruikt om te laten zien dat er een opsomming komt.
Na een dubbele punt komt altijd een spatie. Voor de dubbele punt juist niet.

Slide 9 - Diapositive

Laat een mooie zin zien met zo’n opsomming.
(vergeet je leestekens niet!)

Slide 10 - Question ouverte

Een dubbele punt wordt gebruikt om te laten zien dat er een citaat komt.
Bijvoorbeeld: Mijn moeder riep: ‘Mooie goal!
Een citaat betekend; iets wat letterijk gezegd wordt.

Slide 11 - Diapositive

Juf zegt: “Typ hier maar eens een voorbeeld van.”
(vergeet je leestekens nie.)

Slide 12 - Question ouverte

 Even herhalen..

Slide 13 - Diapositive

Ik zei: “Het wordt tijd om te gaan oefenen!”  

Slide 14 - Diapositive