workshop ODD/CD




Workshop ODD/CD




door Jelle, Victoria, Jillian en Gwen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon




Workshop ODD/CD




door Jelle, Victoria, Jillian en Gwen

Slide 1 - Diapositive

Wat denken jullie dat een gedragsstoornis is?

Slide 2 - Question ouverte

Leeropbrengst van deze workshop
  • Ik weet wat ODD en CD inhoudt.
  • Ik weet hoe ik ODD en CD kan herkennen.
  • Ik weet hoe ik kinderen kan begeleiden met ODD en CD.

Doel van de les
  • We weten wat een gedragsstoornis is, wat ODD en CD inhoudt.

Slide 3 - Diapositive

Gedragsstoornis 

Wat is een gedragsstoornis?
Ieder mens wordt wel eens flink boos, en ook een keer agressief reageren wil nog niet zeggen dat iemand een gedragsstoornis heeft. We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
Een gedragsstoornis is iets anders dan een gedragsprobleem. Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een ingrijpende gebeurtenis. Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen; iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD, een verstandelijke beperking of een persoonlijkheidsstoornis. Een gedragsstoornis kan voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen.



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Is een gedragsstoornis hetzelfde als een gedragsprobleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een ingrijpende gebeurtenis. Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen; iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD, een verstandelijke beperking of een persoonlijkheidsstoornis. Een gedragsstoornis kan voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen.
Een gedragsstoornis is iets anders dan een gedragsprobleem. 

Slide 7 - Diapositive

Wat houdt ODD in?


De afkorting ODD komt van de Engelse term oppositional defiant disorder. In het Nederlands heet dit oppositionele-opstandige stoornis. 

Kinderen met ODD zijn moeilijk in de opvoeding, ongehoorzaam en in verzet. Ze maken veel ruzie, zijn driftig en houden zich niet aan de regels, maar feitelijk gewelddadig gedrag is niet aan de orde. Ze hebben wel problemen in de sociale omgang, vooral met volwassenen maar ook met leeftijdsgenoten. 

Slide 8 - Diapositive

Comorbiditeit
Als kinderen ODD hebben, is er vaak sprake van comorbiditeit. Dat wil zeggen dat de aandoening samengaat met andere ziekbeelden. Stoornissen waar ODD vaak mee samengaat zijn ADHD, autisme of een hechtingsstoornis

Slide 9 - Diapositive

Wat zullen kenmerken zijn van ODD?
A
Rustig, weinig zelfvertrouwen
B
Maakt veel ruzie, is prikkelbaar
C
Druk, maar ergeren zich vrij weinig
D
Moeilijk concentreren, heeft veel stress

Slide 10 - Quiz

Kenmerken van ODD zijn:
• driftig;
• verzet zich tegen regels;
• weigert zich te voegen naar wat de volwassene vraagt;
• maakt vaak ruzie met volwassenen;
• ergert anderen met opzet;
• geeft de schuld van eigen fouten aan anderen;
• is prikkelbaar, ergert zich vaak;
• is boos of gepikeerd;
• is hatelijk. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is de oorzaak van ODD?
Er zijn geen duidelijke oorzaken aan te wijzen voor de aanwezigheid van ODD. Er wordt uitgegaan van een combinatie van aanleg en omgevingsfactoren. Zo kan het aangeboren temperament van een kind een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en gepest worden of een inconsistente opvoeding.

Slide 13 - Diapositive

Wat zullen algemene tips zijn voor kinderen met ODD?

Slide 14 - Question ouverte


Algemene tips voor kinderen met ODD?
  • Bouw een relatie op met het kind, hoe moeilijk dat ook is. Als het kind bemerkt dat het ondanks alles oké is, zul je meer bereiken. Houd in je achterhoofd dat kinderen met ODD al heel veel negatieve ervaringen meegemaakt hebben. Het feit dat ze die vaak zelf veroorzaken, neemt dat niet weg.
  • Praat met het kind over wat hem bezig houdt, zijn sport, zijn hobby of huisdier, enz.
  • Geef véél complimenten. Dat is lastig door het gedrag van deze kinderen. Desnoods geef je een compliment omdat het kind zijn jas netjes ophangt of een stoel van een ander kind vast van tafel haalt: zoek het goede.
  • Gebruik eventueel een beloningssysteem. Spreek met het kind af wat het leuk vindt om te doen.

Slide 15 - Diapositive

Welke afbeelding vinden jullie goed passen bij ODD?

Slide 16 - Question ouverte

CD
Wat houdt CD in?
CD is een anti-sociale gedragsstoornis. Kinderen met een anti-sociale gedragsstoornis vertonen gedrag wat niet acceptabel is voor iedereen in hun omgeving. Deze stoornis wordt ook wel afgekort tot CD. Deze is weer afgeleid van de Engelse term Conduct Disorder.


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hoe zou je kunnen omgaan met deze gedragsstoornissen in de klas?

Slide 19 - Question ouverte

Belangrijk is om geduld te hebben! Werk aan een goede relatie met het kind en geef dat ook niet op. Geef complimenten en toon interesse. Praat af en toe ook eens over andere zaken dan alleen meer over school. 

Slide 20 - Diapositive

Kenmerken van CD
• pest, bedreigt, intimideert;
• slaat, mishandelt, vecht (al dan niet met wapens) (agressief);
• steelt, vernielt, pleegt inbraken (delinquent gedrag);
• spijbelt en loopt weg van huis;
• kan erg op zichzelf zijn;
• heeft in groepsverband narcistisch gedrag. Er gelden andere regels voor hen;
• heeft een verminderd inlevingsvermogen;
• is uit op persoonlijk gewin.

Slide 21 - Diapositive

Psycho-educatie is in ieder geval onderdeel van de behandeling. Door psycho-educatie krijgen zowel het kind als de ouders inzicht in de stoornis.
Zo leren de kinderen:
• gevoelens bij zich te herkennen;
• om te gaan met de boosheid;
• zich beter te gedragen, ook in verschillende situaties;
• zich te verplaatsen in de ander.
Ouders wordt geleerd:
• meer/beter positief (opvoed)gedrag;
• duidelijke grenzen te stellen zonder het kind af te wijzen.


Slide 22 - Diapositive

Hoe ziet een behandeling van CD eruit?

Een kind met een anti-sociale gedragsstoornis heeft vaak nog andere problemen. Deze problemen moeten gelijktijdig worden aangepakt. Een diagnose is dus noodzakelijk.

Na diverse gesprekken kind, ouders en anderen zoals leraren, en onderzoeken kan een diagnose gesteld worden. Dit is het uitgangspunt van de behandeling.

Slide 23 - Diapositive

Benadering door leerkracht

• Stel duidelijke grenzen en geef duidelijke boodschappen. Niet: ‘Wil je even komen?’ maar: ‘Ik wil dat je nu even komt.’ De vraagvorm biedt de mogelijkheid om nee te zeggen.

• Formuleer precies wat je van het kind verwacht. Niet: ‘Luister nu eens,’ maar: ‘Ga zitten en kijk me aan, ik wil je iets vertellen.’

• Benoem het negatieve gedrag. De drift van het kind kan ook een gebrek aan verbale mogelijkheden zijn. Je helpt het kind ermee het te helpen vertellen wat er aan de hand is. Door te benoemen wat je ziet (zonder emotie)

• Ga niet in discussie en probeer neutraal te blijven

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 26 - Carte mentale


Afsluit Kahoot

https://create.kahoot.it/share/odd-cd-kahoot/a41c3d6b-b332-47d0-af86-d01ecc7e2684

Slide 27 - Diapositive