Meervoudig complex gehandicapten 1

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Terugblik vorige les

Wat gaan we vandaag doen?

• Thema meervoudig complex gehandicapten
• Theorieboek: persoonlijk begeleider deel B thema 8
• Vandaag: meervoudige beperking

Meervoudig complex gehandicapten

les 1

Waar denk je aan bij
meervoudig complex gehandicapten?

Cliënten hebben een combinatie van een ernstige verstandelijke beperking en ernstige lichamelijke beperkingen

Oorzaken: 

• Hersenbeschadiging (afwijkingen in de bouw of stoornissen in centrale zenuwstelsel) 
• chromosomale afwijking (één of meer chromosomen teveel, of één chromosoom te weinig)
• Infectie (hersenvliesontsteking/ soa's)
• stofwisselingsziekte (stoornissen in de stofwisseling)
• complicatie voor, tijdens of na de zwangerschap (vacuümpomp/tang/ navelstreng/ stuitligging)

De handicaps zijn aanwezig vanaf de geboorte of ontwikkelen zich in de eerste levensjaren.

Kenmerken:

• IQ is over het algemeen lager dan 25
• Ontwikkelleeftijd is 0 tot 2 jaar
• Door combinatie van handicaps zijn ze aangewezen op 24 uurs intensieve zorg
• Vaak aan rolstoel gebonden
• Vaak niet of moeilijk communiceren door woord of gebaar
• Maken vooral gebruik van non-verbale communicatie
• Veel last van gezondheidsproblemen die regelmatig terug komen (longaandoening, slaapproblemen, reflux, obstipatie, epilepsie)
• Vaak ernstige zintuigelijke beperkingen (zien, horen, tastzin)
• Moeite met het verwerken van prikkels.

oorzaak complexe handicap

kenmerk complexe handicap

hersenbeschadiging

chormosoom afwijking

infectie

stofwisselingsziekte

complicatie bij zwangerschap

laag IQ

ontwikkelleeftijd tot 2 jaar

combi van handicaps

non-verbale communicatie

moeite met prikkelverwerking

Motorische beperking

• Verlamming (een of meerdere ledematen/ halfzijdige verlamming)
• Stoornissen in samenwerking van spieren (tremoren/spasmen)
• ontbreken van ledematen (aangeboren/ amputatie)
• Misvorming/ vergroeing van botten/gewrichten (reuma/osteoporose/ scoliose/klompvoet)
• spierziekte/aandoening (spierontsteking/ verminderende kracht/spierspanning)

Wat is spasme?

Spasmen (Cerebrale Parese)

• Bewegingsstoornis van de hersenen 
• Je ziet vaak een sterke (hoge) spierspanning bij activiteit, opwinding of andere emoties en een enkele keer in rust.
• Het vinden van een prettige houding kan moeilijk zijn. Dit geldt ook bij een te lage spierspanning.
• Wijzen naar voorwerpen bij bijv. communicatie is lastig
• Spasmen kunnen pijnlijk zijn

Sensomotorische beperking

Naast een verstandelijke en motorische beperking hebben clienten vaak moeite met het verwerken van prikkels

onderwerpen:

• De zintuigen
• Propriocepsis
• Het vestibulaire systeem

De zintuigen

Prikkels komen via de zintuigen binnen (sensorische prikkels)

Het gaat hierbij om tast, zicht, gevoel, gehoor, reuk, smaak maar ook om het evenwichtsgevoel en houdings- en bewegingsgevoel

Zintuigelijke prikkels hebben 2 functies

• Waarschuwen voor gevaar
• Herkennen van informatie

Propriocepsis

Dit is het systeem waardoor iemand zich bewust is van zijn lichaamshouding

Door je zicht, evenwichtsorgaan en bewustzijn van je lichaam weet je hoe je moet bewegen

Als dit verstoort is bij clienten, komt het voor dat clienten niet door hebben dat ze bijv. scheef in de stoel zitten

Dit kan eventuele vergroeiingen verergeren

Het vestibulaire systeem (evenwichtsorgaan)

Je evenwichtsorgaan zorgt er voor dat je in evenwicht blijft bij het staan en bewegen.  Ook zorgt het er voor dat je nog steeds duidelijk kunt zien als jij je hoofd beweegt.

Als het evenwichtsorgaan niet goed werkt, heb je meer kans om te vallen. Ook is het lastig om goed te kunnen zien als je beeld  niet stabiel is of vertraagt binnenkomt.  

Door een hersenbeschadiging worden prikkels anders ervaren

Vaak zie je een vertraging in de prikkelverwerking of prikkels worden anders waargenomen

We noemen dit een prikkelverwerkingsstoornis

Clienten kunnen dan te sterk of te zwak reageren op prikkels

Geef een voorbeeld van vertraagde prikkelverwerking vanuit jouw praktijk

Opdracht:

boek: persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg deel b

Lees thema 8 blz. 19-32 

Maak 5 vragen over deze stof. 

Hoe ging het?