Hoofdstuk 5. Planten - Paragraaf 5.4 Voortplanten


1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag:

- Hoe zat het ook alweer met fotosynthese...

- Herhalen 5.3 Planten voeden zich.

- Uitleg paragraaf 5.4 Voortplanten

Slide 2 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 3 - Diapositive

Wat doet een plant met een teveel aan glucose?

Slide 4 - Question ouverte

welke voedingsstof zit er in een aardappel?
A
glucose
B
zetmeel
C
vet

Slide 5 - Quiz

5.4 voortplanting bij planten
- Je leert hoe planten zich voortplanten;

- Je leert hoe zaden worden verspreid;

- Je leert wat er gebeurt in een plantenleven.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bestuiving

Slide 8 - Diapositive

Welke onderdelen?
Waarvoor?
helmknop
stuifmeelkorrels
stempel
deel van stamper
opvangen stuifmeelkorrels
vruchtbeginsel
bevat zaadbeginsels met eicellen

Slide 9 - Diapositive

bijzondere bloem

Slide 10 - Diapositive

Wanneer is er bestuiving?

Slide 11 - Diapositive

Welke getallen zijn geen bestuiving?
A
1, 3, 5, 6
B
5, 6, 7
C
5, 6, 7, 8

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Vragen
  1.  Hoeveel stuifmeelkorrels zie je?
  2. Hoeveel stuifmeelbuizen tel je?
  3. Hoeveel zaadbeginsels zitten er      in het vruchtbeginsel?
  4. Heeft hier bevruchting plaats gevonden?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

  • Van bloem ...
  • ...tot vrucht en zaad
De bloem bloeit en is op z'n mooist. Insekten worden gelokt door de geur en de kleur. Als ze de bloem bezoeken om nectar te zoeken brengen ze stuifmeelkorrels over van de meeldraden naar de stempel van de stamper
1
De bestuiving en bevruchting zijn achter de rug en de eicellen zijn bevrucht. 
De kroonbladeren en meeldraden hebben geen functie meer. 
Ze verwelken en vallen af
2
De zaadbeginselen ontwikkelen zich tot zaden (de pitten) waaruit een nieuwe plant kan groeien. Het vruchtbeginsel groeit en vormt vruchtvlees dat gegeten wordt door dieren. Als de dieren de zaden opeten worden die later weer uitgepoept. 
3

Slide 17 - Diapositive

Windbestuiving

- Groen en klein kroonblad


- Grote vervormige stempel buiten de bloem


- Lange meeldrade, buiten de bloem


- Veel en glad stuifmeel

Slide 18 - Diapositive

Zaden verspreiden

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Welke nummers worden door wind verspreid?

Slide 26 - Question ouverte

Aan het werk
Hoofdstuk 5. Planten
Paragraaf 5.4 Voortplanten
Maken opdracht 1 t/m 27

BEN JE KLAAR??
www.biologiepagina.nl > MAVO 1 > Nectar Planten > OEFENEN > alle oefenopdrachten die er zijn
timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Bloemetjes en bijtjes

Wat geldt voor windbloemen?
A
1. kleverig stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren nectar
B
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren geen nectar
C
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren nectar
D
1. kleverigstuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren geen nectar

Slide 28 - Quiz

Bloemetjes en bijtjes

Wat is de juiste volgorde?
A
groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting, zaadvorming
B
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting
C
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
D
bestuiving, groei stuifmeelbuis, bevruchting, zaadvorming

Slide 29 - Quiz

Van bloem tot vrucht

1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 30 - Quiz

je ziet
A
bestuiving
B
verspreiding zaden

Slide 31 - Quiz