G1hva - DO - les 1

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • pen
  • kleurpotloden (3-4)
  • laptop (ga alvast naar LessonUp.app en log in)

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • pen
  • kleurpotloden (3-4)
  • laptop (ga alvast naar LessonUp.app en log in)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
• Wat weet je (nog) over zinsontleding.
• Aan de slag met kaartjes
• Bespreken wat vandaag ontdekt is.

Slide 2 - Diapositive

Na deze les .....
  • weet je dat zelfstandige werkwoorden ‘rollen’ uitdelen vanuit hun betekenis.
  • weet je dat die rollen een naam hebben: onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
  • weet je dat zinnen een vorm van ‘doen’ of een vorm van ‘zijn’ kunnen aangeven.
Doel

Slide 3 - Diapositive

timer
1:00
Op de basisschool hebben jullie geleerd over zinsontleding.
Wat kun je je daar nu nog van herinneren?

Slide 4 - Carte mentale

Aan de slag
  • Maak combinaties met de blauwe (werkwoorden) en gele (iemand/iets) kaartjes.
  • Voeg het 'aan'-kaartje toe, waar dat kan.
  • Probeer zoveel mogelijk gele kaartjes bij de blauwe kaartjes te combineren.

Slide 5 - Diapositive

Verder
  • Vervang de gele (iemand/iets) kaartjes door de groene kaartjes.
  • Je mag hierbij best creatief zijn, als het maar mogelijk is in werkelijkheid.
  • Schrijf je naam op het SO-blaadje 
  • Maak 3 rijtjes op het blaadje en vermeld welke werkwoorden 1, 2 of 3 rollen hebben. 

Slide 6 - Diapositive

1
2
3
Hoeveel rollen heeft het werkwoord?

Slide 7 - Diapositive

Oefening 
Jullie krijgen kaartjes met zinnetjes die door een tweejarige peuter zijn gezegd.
Bedenk wat de peuter eigenlijk wil zeggen. 
  • Je kunt de kaartjes in 2 gelijke groepen verdelen. Kijk daarvoor naar de betekenis van de hele zin. (Niet alleen naar de betekenis van een woord.)
  • Bedenk welk werkwoord je tussen de twee woorden zou kunnen plaatsen om de betekenis uit te drukken en leg dat werkwoord erbij (dus mama ... lief, papa ... slapen).

Slide 8 - Diapositive

Je hebt nu ontdekt dat een tweejarige peuter al twee soorten zinnen kan maken.
Door twee woorden bij elkaar te zetten kan de peuter al twee verschillende
betekenissen uitdrukken. Deze twee betekenissen vormen de basis van alle zinnen
die er bestaan. 

Wat zijn de twee betekenissen? Kijk goed naar de rijtjes die jullie hebben gemaakt.  

Slide 9 - Diapositive

Na deze les .....
  • weet je dat zelfstandige werkwoorden ‘rollen’ uitdelen vanuit hun betekenis.
  • weet je dat die rollen een naam hebben: onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
  • weet je dat zinnen een vorm van ‘doen’ of een vorm van ‘zijn’ aangeven.
Doel

Slide 10 - Diapositive

Volgende les
Extra:
Neem 3-4 potloden mee. 




Slide 11 - Diapositive