Zelfstandig naamwoorden

Zelfstandig naamwoorden
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zelfstandig naamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Alles waar je 'de' 'het' of 'een' voor kan zetten. 

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden
De kast, het bord, de fiets, de auto, een aap, een boek, de school, het fruit, het potlood, de stoel

Slide 3 - Diapositive

Een zin als voorbeeld
In de winter voer ik brood aan de eendjes

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn in de volgende zinnen de zelfstandig naamwoorden?

kies het juiste antwoord.

Slide 5 - Diapositive

Ik lees een boek over auto's.
A
Ik
B
boek, auto's
C
lees, auto's
D
een, over

Slide 6 - Quiz

De fietser moest hard tegen de wind fietsen
A
moest, fietsen
B
hard, tegen
C
fietser, wind
D
moest, hard

Slide 7 - Quiz

De bananen zitten in een doos.
A
zitten
B
bananen, doos
C
in

Slide 8 - Quiz

De kinderen spelen met een bal op het grasveld.
A
spelen
B
met, op
C
kinderen, bal, grasveld
D
spelen op het

Slide 9 - Quiz

Morgen ga ik naar de kapper.
A
Morgen
B
ga
C
ik
D
kapper

Slide 10 - Quiz

De regen valt met bakken uit de lucht.
A
valt
B
uit, de
C
regen, bakken, lucht
D
met

Slide 11 - Quiz

Deze les is heel grappig.
A
les
B
heel
C
deze
D
grappig

Slide 12 - Quiz

De bus kwam veel te laat op school
A
kwam
B
te laat
C
veel
D
bus, school

Slide 13 - Quiz

De moeder gaf een snoepje aan haar zoontje.

Slide 14 - Question ouverte

Ik heb zin in de vakantie.

Slide 15 - Question ouverte

Het kind maakt een hele mooie kleurplaat.

Slide 16 - Question ouverte

In de winter kan je soms schaatsen op de vijver

Slide 17 - Question ouverte

De wedstrijd werd gewonnen door de winnaar.

Slide 18 - Question ouverte

De hal is gekleurd met verf.

Slide 19 - Question ouverte

De leerling stelde een hele goeie vraag.

Slide 20 - Question ouverte

De computer liep helemaal vast.

Slide 21 - Question ouverte

Mijn broodje smaakte heel lekker.

Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte

Is dit de laatste vraag van deze les?

Slide 24 - Question ouverte