week 48 aanleiding - hoofdgedachte - tekstdoel

Zorg dat je startklaar bent
 Nodig: pen en aantekeningenschrift. 


Telefoon en oortjes in je tas. 



Welkom bij 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Zorg dat je startklaar bent
 Nodig: pen en aantekeningenschrift. 


Telefoon en oortjes in je tas. 



Welkom bij 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Herhalen: theorie over hoofdgedachte en verschil tussen aanleiding en tekstdoel. 
Herhalen: theorie over hoofdletters en werkwoordspelling. 
Huiswerk


Slide 2 - Diapositive

In je schrift, antwoord op ...
  1. Op welke vraag geeft de hoofdgedachte antwoord?
  2. Wat is het verschil tussen aanleiding en tekstdoel?
  3. Wat is een aanleiding meestal?
  4. Waar staat de aanleiding?

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordenezelsbruggetje
Vervang het werkwoord door lopen, dan hoor je of het:  
pvtt in de ik-vorm: loop
pvtt in de hij-vorm: loopt
pvvt: liep
voltooid deelwoord: gelopen
Gebruik dezelfde vorm van het werkwoord dat je moet vervoegen, dus pvtt ik- of hij-vorm, pvvt of vd




Slide 4 - Diapositive

Lastige werkwoorden
Gebeurt = persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Gebeurd = is een voltooid deelwoord

Dat gebeurt vrijwel dagelijks.
Het is gisteren gebeurd.
De fietsenmaker herstelt mijn racefiets.
Afgelopen maand heeft hij mijn fiets ook al hersteld.

Slide 5 - Diapositive

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Een voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Schrijf het dan zo kort mogelijk op. 
- Mijn opgeruimde slaapkamer ziet er weer fris uit.

Slide 6 - Diapositive

Ronde 2
Schrijf de namen boven de opdrachten
10 minuten
tweetallen, niet verplaatsen
Tijd voorbij = pen neerleggen, anders diskwalificatie

timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Aan het begin van een zin
Aan het begin van een zin, schrijf je een hoofdletter.

Slide 8 - Diapositive

Afgebroken woord
Als een zin begint met een afgebroken woord, schrijf je het eerstvolgende volledige woord met een hoofdletter.

's Avonds liep ik naar huis. 
'k Vind dat niet normaal.  

Slide 9 - Diapositive

Namen van: 
  • Aardrijkskundige namen: Rijn, Brabant, Nederland.
  •  Merken: Coca Cola, Starbucks, Snapchat, TikTok
  • Feestdagen: Kerstmis, Pasen, Suikerfeest, Diwali.
  • Boeken en films: Zwarte Zwaan, Hongerspelen
  • Straten en steden: Klaas Voskuildreef, Den Haag
  • Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog
  • Gebouwen: Mariakerk, Rijksmuseum
  • Volkeren: Eskimo's, Nederlanders

Slide 10 - Diapositive

Eigen namen
Eigen namen worden met een hoofdletter geschreven. 

Familie Dijkhuizen 
Jan 

Slide 11 - Diapositive

Tussenvoegsels in achternamen
Een tussenvoegsel in een achternaam krijgt alleen een hoofdletter als er géén naam of initiaal voor staat. 

Mevrouw Te Brink  - Mevrouw E. te Brink
Familie El Idrissi  

Slide 12 - Diapositive

Ronde 4
Schrijf de namen boven de opdrachten
3 minuten
tweetallen, niet verplaatsen
Tijd voorbij = pen neerleggen, anders diskwalificatie

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Nakijken
Geef je blaadje door naar achteren
Antwoorden verschijnen op het bord
Kijk na en zet het aantal punten eronder per ronde (1 punt per goed antwoord, 1 punt aftrek per fout antwoord)
Kijk na met een blauwe of rode pen. 



Slide 14 - Diapositive

Huiswerk 14 december
Taak in ExamenKracht maken. 
Huiswerkcontrole, dus niet maken is op vrijdagmiddag 15 december alsnog maken. 

Slide 15 - Diapositive