Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
hoe komt het dat een een heteluchtballon in de lucht zweeft?
A
de stuwkracht van de vlam duwt de ballon omhoog
B
de lucht in de ballon is lichter dan de lucht buiten de ballon
C
de vorm van de ballon zorgt ervoor dat de wind de ballon omhoog duwt
D
de ballon is lichter dan de lucht
Slide 1 - Quiz
1.2 ONTDEKKEN EN ONDERZOEKEN
Je leert...:
...dat een proef ook wel een experiment wordt genoemd
...dat een proef met een onderzoeksvraag begint
...dat ruiken, proeven, voelen en horen waarnemen heet
...dat je een onderzoek afsluit met een verslag
...dat je in je conclusie antwoord geeft op de onderzoeksvraag
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
WAAROM DOE JE ONDERZOEK?
Je wilt bijvoorbeeld weten waarom veel mensen ziek worden van een Corona Virus, of je wil bijvoorbeeld weten waardoor een papieren zak kon opstijgen.
Je stelt jezelf dus eigenlijk een vraag.
Elk onderzoek, proef of experiment begint met een ONDERZOEKSVRAAG.
Tijdens het onderzoek ga je op zoek naar antwoorden op die onderzoeksvraag...
Slide 4 - Diapositive
WAARNEMEN
voelen
zien
proeven
ruiken
horen
Slide 5 - Diapositive
ONDERZOEKSVERSLAG
titel
onderzoeksvraag
materialen
werkwijze
waarnemingen
conclusie
Slide 6 - Diapositive
ONTDEKKING OF UITVINDING?
NIET HETZELFDE?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Wat is een andere naam voor een proef?
A
verslag
B
practicum
C
experiment
D
werkstuk
Slide 9 - Quiz
Met welke vraag begint een proef altijd?
A
beginvraag
B
onderzoeksvraag
C
proefvraag
D
eerste vraag
Slide 10 - Quiz
Welke waarneming gebruik je als je met een thermometer de temperatuur meet?
A
voelen
B
ruiken
C
proeven
D
zien
Slide 11 - Quiz
Wat komt er te staan onder WERKWIJZE in een verslag
A
wat je gezien hebt
B
wat je gehoord hebt
C
wat je gedaan hebt
D
wat je gebruikt hebt
Slide 12 - Quiz
Henk gaat onderzoeken hoeveel een plant elke week groeit. Hij meet daarvoor elke vrijdagmiddag de hoogte van de plant en zet daarna de meetgegevens netjes in een tabel.
Waar moeten de meetgegevens komen in het verslag?
A
bij de waarnemingen
B
bij de materialen
C
bij de werkwijze
D
bij de conclusie
Slide 13 - Quiz
omschrijf zo volledig mogelijk het verschil tussen een ontdekking en een uitvinding...
Slide 14 - Question ouverte
1.2 ONTDEKKEN EN ONDERZOEKEN
Je hebt geleerd...:
...dat een proef ook wel een experiment wordt genoemd
...dat een proef met een onderzoeksvraag begint
...dat ruiken, proeven, voelen en horen waarnemen heet
...dat je een onderzoek afsluit met een verslag
...dat je in je conclusie antwoord geeft op de onderzoeksvraag
Slide 15 - Diapositive
OPDRACHTEN
BK: Lees de teksten en maak opdrachten 1 tot en met 12 (blz. 13 tot en met blz.19)
KGT: Lees de teksten en maak opdrachten 1 tot en met 8 op (blz. 12 tot en met blz.15)